Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. fietstocht:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for fietstocht from Dutch to German

fietstocht:

fietstocht [de ~ (m)] noun

  1. de fietstocht
    die Radtour; die Fahrt

Translation Matrix for fietstocht:

NounRelated TranslationsOther Translations
Fahrt fietstocht autorijden; dagreis; excursie; expeditie; gang; gracht; kanaal; koers; mars; reis; rijden; rit; rondreis; rondrit; route; tocht; tochtje; toer; tour; tournee; trektocht; trip; uitstapje; vaart
Radtour fietstocht

Related Words for "fietstocht":

  • fietstochten

Wiktionary Translations for fietstocht:

fietstocht
noun
  1. een tocht gemaakt op de fiets