Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. gebruikelijk zijn:


Dutch

Detailed Translations for gebruikelijk zijn from Dutch to German

gebruikelijk zijn:

gebruikelijk zijn verb

  1. gebruikelijk zijn (horen)
    gehören; gebräuchlich sein; schicken
    • gehören verb (gehöre, gehörst, gehört, gehörte, gehörtet, gehört)
    • schicken verb (schicke, schickst, schickt, schickte, schicktet, geschickt)

Translation Matrix for gebruikelijk zijn:

VerbRelated TranslationsOther Translations
gebräuchlich sein gebruikelijk zijn; horen
gehören gebruikelijk zijn; horen behoren; behoren bij; behoren tot; dienen; moeten; toebehoren; toebehoren aan; verplicht zijn; zijn van
schicken gebruikelijk zijn; horen betamen; geluid waarnemen; horen; opsturen; passen; posten; slagen voor; sturen; toezenden; verwijzen; verzenden; wegsturen; wegzenden

Related Translations for gebruikelijk zijn