Summary


Dutch

Detailed Translations for gedragenheid from Dutch to German

gedragenheid:

gedragenheid [znw.] noun

  1. gedragenheid (statigheid; plechtigheid; voornaamheid; plechtstatigheid; vormelijkheid)
    die Feierlichkeit; die Würde; die Förmlichkeit; die Herrlichkeit; die Vornehmheit; die Stattlichkeit

Translation Matrix for gedragenheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Feierlichkeit gedragenheid; plechtigheid; plechtstatigheid; statigheid; voornaamheid; vormelijkheid ceremonie; deftigheid; eerbiedwaardigheid; feest; feestelijkheid; festiviteit; omhaal; opvoering; parade; plechtigheid; plichtpleging; processie; show; staatsie; statigheid; stoet; vertoning; viering; voorstelling
Förmlichkeit gedragenheid; plechtigheid; plechtstatigheid; statigheid; voornaamheid; vormelijkheid beleefdheidsbetuiging; ceremonie; formaliteit; hamerstuk; omhaal; plechtigheid; plichtpleging
Herrlichkeit gedragenheid; plechtigheid; plechtstatigheid; statigheid; voornaamheid; vormelijkheid gelukzaligheid; gezegende toestand; grandeur; grootsheid; heerlijkheid; heil; indrukwekkendheid; kostelijkheid; luxe; overvloed; pracht; voorspoed; weelde; weelderigheid; wijding; zegen; zegenen; zegening
Stattlichkeit gedragenheid; plechtigheid; plechtstatigheid; statigheid; voornaamheid; vormelijkheid aanzien; ceremonie; dapperheid; edel; eminentie; feest; feestelijkheid; festiviteit; grandeur; grootheid; grootsheid; hoogheid; indrukwekkendheid; koenheid; luxe; moed; omhaal; onversaagdheid; overvloed; overvloedigheid; plechtigheid; plichtpleging; pracht; rijkelijkheid; verheffing; verhevenheid; viering; weelde; weelderigheid
Vornehmheit gedragenheid; plechtigheid; plechtstatigheid; statigheid; voornaamheid; vormelijkheid deftigheid; distinctie; gedistingeerdheid; voornaamheid; welgemanierdheid
Würde gedragenheid; plechtigheid; plechtstatigheid; statigheid; voornaamheid; vormelijkheid deftigheid; distinctie; gedistingeerdheid; merite; verdienste; voornaamheid; waarde; waardigheid; welgemanierdheid