Noun | Related Translations | Other Translations |
Ausrichtung
|
geneigdheid; neiging; tendens; trend
|
afdrukstand; gerichtheid; koers; lijst; oriëntatie; route; tabel; tafel; uitlijning
|
Einstellung
|
geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; neiging
|
aanwerving; afstelling; gemoedstoestand; het plaatsen; houding; instelling; lijst; mentaliteit; nominatie; plaatsing; scherpstelling; stemming; tabel; tafel; tendentie; voordracht
|
Geneigtheit
|
geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; neiging
|
tendentie
|
Gesinnung
|
geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; neiging
|
aard; geaardheid; gezindheid; inborst; karakter; overtuiging; vaststaande mening
|
Hang
|
geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; neiging
|
afgang; berm; dijkhelling; flauwe helling; glooiing; helling; talud
|
Neigung
|
geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; neiging; tendens; trend
|
aard; asymmetrisch; buiging; declinatie; geaardheid; glooiing; glooiingshoek; inborst; karakter; keuze; mode; nijging; scheef; smaak; tendentie; trend; voorkeur; voorliefde
|
Tendenz
|
geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; neiging; tendens; trend
|
aard; bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis; geaardheid; inborst; karakter; mode; modeverschijnsel; strekking; tendens; tendentie; trend
|
Trend
|
geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; neiging; tendens; trend
|
mode; modeverschijnsel; trend
|
Vorliebe
|
geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; neiging
|
keuze; smaak; voorkeur; voorliefde
|