Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate gestaag

Translate gestaag from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

gestaag:
- stetig; ständig; fortwährend; ununterbrochen; beständig; wiederholt; dauerhaft
Wiktionary:
- gestaag → stetig, beständig, kontinuierlich
- gestaag → stetig, beständig
- gestaag → stetig

Dutch

Detailed Translations for gestaag from Dutch to German

gestaag:

gestaag adj

gestaag (gelijkmatig)
stetig; ständig; fortwährend; ununterbrochen; beständig; wiederholt; dauerhaft
- stetig adj
- ständig adj
- fortwährend adj
- ununterbrochen adj
- beständig adj
- wiederholt adj
- dauerhaft adj

Translation Matrix for gestaag:

Modifier	Related Translations	Other Translations
beständig	gelijkmatig; gestaag	bestendig; constant; de hele tijd; ferm; fiks; flink; gelijkblijvend; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; stevig; vasthoudend; volhardend; voortdurend
dauerhaft	gelijkmatig; gestaag	betrouwbaar; blijvend; consistent; de hele tijd; degelijk; deugdelijk; duurzaam; ferm; fiks; flink; hecht; solide; stabiel; stevig; voortdurend
fortwährend	gelijkmatig; gestaag	aaneengesloten; aanhoudend; aldoor; almaar; altijd; altijddurend; blijvend; constant; continu; continue; de hele tijd; doorgaand; doorlopend; eeuwig; gedurig; hardnekkig; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; permanent; steeds; telkens; voortdurend
stetig	gelijkmatig; gestaag
ständig	gelijkmatig; gestaag	aldoor; almaar; altijd; blijvend; continue; de hele tijd; doorgaand; doorlopend; gedurig; geregeld; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; op vaste tijden; regelmatig; regulier; steeds; steevast; telkens; voortdurend
ununterbrochen	gelijkmatig; gestaag	aaneengesloten; aanhoudend; aldoor; almaar; altijddurend; blijvend; constant; continu; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; steeds; telkens; voortdurend; zonder onderbreking
wiederholt	gelijkmatig; gestaag	bestendig; constant; dikwijls; frequent; herhaald; herhaaldelijk; meermaals; menigmaal; regelmatig; telkens; vaak; veel; veelvuldig

Related Words for "gestaag":

gestage

Wiktionary Translations for gestaag:

gestaag

adjective

geleidelijk maar persistent
- gestaag → stetig; beständig

adverb

op gestage wijze
- gestaag → stetig; beständig

gestaag

adjective

stetig, über einen langen Zeitraum fortlaufend
- kontinuierlich → gestaag; continu
anhaltend, gleichbleibend
- beständig → gestaag

kontinuierlich, zusammenhängend, ohne Unterbrechung
- stetig → continu; gestaag

External Machine Translations: