Dutch

Detailed Translations for gevolg from Dutch to German

gevolg:

gevolg [het ~] noun

  1. het gevolg (consequentie; voortvloeisel; uitvloeisel)
    die Konsequenz; die Folge; die Auswirkung
  2. het gevolg (hofhouding)
    Ergebnis; Gefolge; die Folge; die Hofhaltung; die Konsequenz; der Troß; die Auswirkung; der Hofstaat; Hofgefolge
  3. het gevolg (resultaat; effect)
    Resultat; der Effekt; der Ausschlag; die Folgerung; die Wirkung
  4. het gevolg (gevolg geven aan; gehoor)
    die Folge; Ausführen
  5. het gevolg (teweegbrenging; teweegbrengen)
    Schaffen; Hinkriegen

Translation Matrix for gevolg:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ausführen gehoor; gevolg; gevolg geven aan
Ausschlag effect; gevolg; resultaat carbon; doorslag; eczeem; huiduitslag; jeukziekte; uitslag
Auswirkung consequentie; gevolg; hofhouding; uitvloeisel; voortvloeisel aanslag; effect; impact; uitwerking
Effekt effect; gevolg; resultaat aanslag; effect; impact; uitwerking
Ergebnis gevolg; hofhouding afloop; antwoord; conclusie; eindsom; fietsslot; gevolgtrekking; huiduitslag; laatste gedeelte; oplossing; rekenopgave; rekensom; resultaat; slot; slotbeschouwing; slotsom; uitkomst; uitslag; winsten
Folge consequentie; gehoor; gevolg; gevolg geven aan; hofhouding; uitvloeisel; voortvloeisel aaneenschakeling; aflevering; cyclus; editie; episode; keten; opvolging; reeks; rij; sequens; sequentie; serie; successie; uitgave
Folgerung effect; gevolg; resultaat conclusie; conclusies; eindsom; gevolgtrekking; gevolgtrekkingen; laatste gedeelte; slotbeschouwing; slotsom
Gefolge gevolg; hofhouding nasleep; sleep
Hinkriegen gevolg; teweegbrengen; teweegbrenging
Hofgefolge gevolg; hofhouding
Hofhaltung gevolg; hofhouding hofbedienden; hofpersoneel
Hofstaat gevolg; hofhouding hofbedienden; hofpersoneel; hofstoet
Konsequenz consequentie; gevolg; hofhouding; uitvloeisel; voortvloeisel effect; uitwerking
Resultat effect; gevolg; resultaat afloop; conclusie; eindsom; gevolgtrekking; huiduitslag; resultaat; slotsom; uitkomst; uitslag
Schaffen gevolg; teweegbrengen; teweegbrenging
Troß gevolg; hofhouding legertros; sleep
Wirkung effect; gevolg; resultaat aanslag; effect; effecten; gevolgen; impact; uitwerking; werken; werking
- consequentie

Synonyms for "gevolg":


Antonyms for "gevolg":


Related Definitions for "gevolg":

  1. wat eruit voortkomt1
    • die deuk is het gevolg van de botsing1
  2. groep mensen die achter iemand aanloopt1
    • hij hoort tot het gevolg van de koningin1

Wiktionary Translations for gevolg:

gevolg
noun
  1. iets dat voortkomt uit iets anders
  2. een groep die volgt, die er achteraan of later komt
gevolg
noun
  1. eine Folge, Konsequenz eines anderen Ereignisses
  2. eine Gruppe von Personen, die sich einer wichtigen Persönlichkeit anschließen und dieser dienen

Cross Translation:
FromToVia
gevolg Konsequenz; Folge consequence — that which follows something on which it depends; that which is produced by a cause
gevolg Folge; Konsequenz consequence — a result of actions
gevolg Korollar corollary — proposition which follows easily
gevolg Gefolge entourage — retinue of attendants, associates or followers
gevolg Erfolg; Gelingen; Folge; Sequenz; Ergebnis; Resultat; Konsequenz aboutissement — Action d’aboutir.
gevolg Reaktion; Rückwirkung; Gegenwirkung; Folge; Konsequenz conséquencesuite qu’une action ou un évènement peut avoir.
gevolg Eskorte; Geleitschutz escorte — militaire|fr troupe généralement armée qui accompagner une personne, un convoi, des bagages pour les protéger ou les surveiller pendant la marche.
gevolg Befund; Erfolg; Ergebnis; Resultat résultat — Ce qui résulter, ce qui s’ensuivre d’une délibération, d’un principe, d’une opération, d’un événement, etc.

Related Translations for gevolg