Summary


Dutch

Detailed Translations for groet from Dutch to German

groet:

groet [de ~ (m)] noun

  1. de groet (begroeting; welkomstgroet; saluut)
    der Gruß; die Begrüßung

Translation Matrix for groet:

NounRelated TranslationsOther Translations
Begrüßung begroeting; groet; groeten; handgebaar; saluut; welkomstgroet welkom
Gruß begroeting; groet; groeten; handgebaar; saluut; welkomstgroet

Related Words for "groet":


Related Definitions for "groet":

  1. woord of gebaar bij binnenkomen of weggaan1
    • ik eindigde mijn brief met: vriendelijke groeten1

Wiktionary Translations for groet:


Cross Translation:
FromToVia
groet Begrüßung; Gruß greeting — acknowledgement of a persons presence or arrival
groet Salut salut — Action de saluer, salutation

groet form of groeten:

groeten [de ~] noun

  1. de groeten (groet)
    der Gruß; die Begrüßung

groeten verb (groet, groette, groetten, gegroet)

  1. groeten (salueren)
    grüßen; salutieren
    • grüßen verb (grüße, grüßt, grüßte, grüßtet, gegrüßt)
    • salutieren verb (salutiere, salutierst, salutiert, salutierte, salutiertet, salutiert)
  2. groeten (gedag zeggen; begroeten)
    grüßen; begrüßen
    • grüßen verb (grüße, grüßt, grüßte, grüßtet, gegrüßt)
    • begrüßen verb (begrüße, begrüßt, begrüßte, begrüßtet, begrüßt)

Conjugations for groeten:

o.t.t.
  1. groet
  2. groet
  3. groet
  4. groeten
  5. groeten
  6. groeten
o.v.t.
  1. groette
  2. groette
  3. groette
  4. groetten
  5. groetten
  6. groetten
v.t.t.
  1. heb gegroet
  2. hebt gegroet
  3. heeft gegroet
  4. hebben gegroet
  5. hebben gegroet
  6. hebben gegroet
v.v.t.
  1. had gegroet
  2. had gegroet
  3. had gegroet
  4. hadden gegroet
  5. hadden gegroet
  6. hadden gegroet
o.t.t.t.
  1. zal groeten
  2. zult groeten
  3. zal groeten
  4. zullen groeten
  5. zullen groeten
  6. zullen groeten
o.v.t.t.
  1. zou groeten
  2. zou groeten
  3. zou groeten
  4. zouden groeten
  5. zouden groeten
  6. zouden groeten
en verder
  1. ben gegroet
  2. bent gegroet
  3. is gegroet
  4. zijn gegroet
  5. zijn gegroet
  6. zijn gegroet
diversen
  1. groet!
  2. groet!
  3. gegroet
  4. groetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for groeten:

NounRelated TranslationsOther Translations
Begrüßung groet; groeten begroeting; groet; handgebaar; saluut; welkom; welkomstgroet
Gruß groet; groeten begroeting; groet; handgebaar; saluut; welkomstgroet
VerbRelated TranslationsOther Translations
begrüßen begroeten; gedag zeggen; groeten verwelkomen; welkom heten
grüßen begroeten; gedag zeggen; groeten; salueren verwelkomen; welkom heten; wenken
salutieren groeten; salueren

Related Words for "groeten":


Wiktionary Translations for groeten:

groeten
verb
  1. Militär: militärisch grüßen, die militärische Ehre erweisen

Cross Translation:
FromToVia
groeten Grüße regards — greeting to pass to another person
groeten mit freundlichen Grüßen; beste Grüße regards — greeting at the end of a letter
groeten grüßen; begrüßen saluerdonner à quelqu’un une marque extérieure de civilité, de déférence ou de respect, en l’aborder, en le rencontrer, en le quitter.

External Machine Translations:

Related Translations for groet