Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. halsband:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for halsband from Dutch to German

halsband:

halsband [de ~ (m)] noun

  1. de halsband (leiband)
    der Zügel; Halsband; die Leine; der Zaum; die Longe

Translation Matrix for halsband:

NounRelated TranslationsOther Translations
Halsband halsband; leiband
Leine halsband; leiband gelid; gezichtsrimpel; gordel; koord; lei; lijn; riem; rij; rimpel; teugel; touw; touwtje
Longe halsband; leiband
Zaum halsband; leiband breidel; leidsel; teugel; toom
Zügel halsband; leiband breidel; leidsel; leidsels; teugel; teugels; toom

Related Words for "halsband":

  • halsbanden

Wiktionary Translations for halsband:

halsband
noun
  1. een om de hals en nek gesnoerde band

Cross Translation:
FromToVia
halsband Halsband collar — device for restraining animal