Dutch
Detailed Translations for inleven from Dutch to German
inleven:
Conjugations for inleven:
o.t.t.
- leef in
- leeft in
- leeft in
- leven in
- leven in
- leven in
o.v.t.
- leefde in
- leefde in
- leefde in
- leefden in
- leefden in
- leefden in
v.t.t.
- heb ingeleefd
- hebt ingeleefd
- heeft ingeleefd
- hebben ingeleefd
- hebben ingeleefd
- hebben ingeleefd
v.v.t.
- had ingeleefd
- had ingeleefd
- had ingeleefd
- hadden ingeleefd
- hadden ingeleefd
- hadden ingeleefd
o.t.t.t.
- zal inleven
- zult inleven
- zal inleven
- zullen inleven
- zullen inleven
- zullen inleven
o.v.t.t.
- zou inleven
- zou inleven
- zou inleven
- zouden inleven
- zouden inleven
- zouden inleven
diversen
- leef in!
- leeft in!
- ingeleefd
- inlevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for inleven:
Verb | Related Translations | Other Translations |
einfühlen | inleven; invoelen; meeleven; voelen | |
einleben | inleven; invoelen; meeleven; voelen | |
fühlen | inleven; invoelen; meeleven; voelen | aanvoelen; bemerken; bespeuren; betasten; bevoelen; doorleven; doorstaan; gewaarworden; iets voelen; merken; ontwaren; verdragen; verduren; verteren; vingeren; voelen; voorvoelen; waarnemen; zien |
mitleben | inleven; invoelen; meeleven; voelen |