Detailed Translations for kankert from Dutch to German
kankeren:
-
meckern;
nörgeln;
brummen;
knurren;
schimpfen;
grunzen;
murren;
brummeln;
brutzeln;
über etwas meckern
-
meckern
verb
(meckere, meckerst, meckert, meckerte, meckertet, gemechert)
-
nörgeln
verb
(nörgele, nörgelst, nörgelt, nörgelte, nörgeltet, genörgelt)
-
brummen
verb
(brumme, brummst, brummt, brummte, brummtet, gebrummt)
-
knurren
verb
(knurre, knurrst, knurrt, knurrte, knurrtet, geknurrt)
-
schimpfen
verb
(schimpfe, schimpfst, schimpft, schimpfte, schimpftet, geschimpft)
-
grunzen
verb
(grunze, grunzt, grunzte, grunztet, gegrunzt)
-
murren
verb
(murre, murrst, murrt, murrte, murrtet, gemurrt)
-
brummeln
verb
(brummele, brummelst, brummelt, brummelte, brummeltet, gebrummelt)
-
brutzeln
verb
(brutzele, brutzelst, brutzelt, brutzelte, brutzeltet, gebrutzelt)
-
-
schimpfen
-
schimpfen
verb
(schimpfe, schimpfst, schimpft, schimpfte, schimpftet, geschimpft)
Conjugations for kankeren:
o.t.t.
- kanker
- kankert
- kankert
- kankeren
- kankeren
- kankeren
o.v.t.
- kankerde
- kankerde
- kankerde
- kankerden
- kankerden
- kankerden
v.t.t.
- heb gekankerd
- hebt gekankerd
- heeft gekankerd
- hebben gekankerd
- hebben gekankerd
- hebben gekankerd
v.v.t.
- had gekankerd
- had gekankerd
- had gekankerd
- hadden gekankerd
- hadden gekankerd
- hadden gekankerd
o.t.t.t.
- zal kankeren
- zult kankeren
- zal kankeren
- zullen kankeren
- zullen kankeren
- zullen kankeren
o.v.t.t.
- zou kankeren
- zou kankeren
- zou kankeren
- zouden kankeren
- zouden kankeren
- zouden kankeren
diversen
- kanker!
- kankert!
- gekankerd
- kankerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kankeren:
Related Words for "kankeren":
Wiktionary Translations for kankeren:
kankeren
Cross Translation:
External Machine Translations: