Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. kennis maken met:


Dutch

Detailed Translations for kennis maken met from Dutch to German

kennis maken met:

kennis maken met verb (maak kennis met, maakt kennis met, maakte kennis met, maakten kennis met, kennis gemaakt met)

  1. kennis maken met (ontmoeten)
    begegnen; Bekanntschaft machen mit

Conjugations for kennis maken met:

o.t.t.
  1. maak kennis met
  2. maakt kennis met
  3. maakt kennis met
  4. maken kennis met
  5. maken kennis met
  6. maken kennis met
o.v.t.
  1. maakte kennis met
  2. maakte kennis met
  3. maakte kennis met
  4. maakten kennis met
  5. maakten kennis met
  6. maakten kennis met
v.t.t.
  1. heb kennis gemaakt met
  2. hebt kennis gemaakt met
  3. heeft kennis gemaakt met
  4. hebben kennis gemaakt met
  5. hebben kennis gemaakt met
  6. hebben kennis gemaakt met
v.v.t.
  1. had kennis gemaakt met
  2. had kennis gemaakt met
  3. had kennis gemaakt met
  4. hadden kennis gemaakt met
  5. hadden kennis gemaakt met
  6. hadden kennis gemaakt met
o.t.t.t.
  1. zal kennis maken met
  2. zult kennis maken met
  3. zal kennis maken met
  4. zullen kennis maken met
  5. zullen kennis maken met
  6. zullen kennis maken met
o.v.t.t.
  1. zou kennis maken met
  2. zou kennis maken met
  3. zou kennis maken met
  4. zouden kennis maken met
  5. zouden kennis maken met
  6. zouden kennis maken met
en verder
  1. is kennis gemaakt met
diversen
  1. maak kennis met!
  2. maakt kennis met!
  3. kennis gemaakt met
  4. kennis makend met
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kennis maken met:

VerbRelated TranslationsOther Translations
Bekanntschaft machen mit kennis maken met; ontmoeten
begegnen kennis maken met; ontmoeten aantreffen; bejegenen; bijeen komen; concessies doen; naderen; ontmoeten; samenkomen; tegemoetkomen; tegen het lijf lopen; tegenkomen; toenaderen; treffen; vinden; welwillendheid tonen

External Machine Translations:

Related Translations for kennis maken met