Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate klepels

Translate klepels from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

klepels:
- Schnäbel; Vogelschnäbel
klepel:
- Rassel; Klapper; Knarre
Wiktionary:
- klepel → Klöppel

Dutch

Detailed Translations for klepels from Dutch to German

klepels:

klepels [de ~] noun, plural

de klepels (snavels; vogelbekken)
die Schnäbel; die Vogelschnäbel
- Schnäbel [die ~] noun
- Vogelschnäbel [die ~] noun

Translation Matrix for klepels:

Noun	Related Translations	Other Translations
Schnäbel	klepels; snavels; vogelbekken	bekken; mondstukken van tabakspijpen; muilen; snebben
Vogelschnäbel	klepels; snavels; vogelbekken

Related Words for "klepels":

klepel

klepel:

klepel [de ~ (m)] noun

de klepel (kleppel)
die Rassel; der Klapper; die Knarre
- Rassel [die ~] noun
- Klapper [der ~] noun
- Knarre [die ~] noun

Translation Matrix for klepel:

Noun	Related Translations	Other Translations
Klapper	klepel; kleppel	applaudisseur; hit; kasstuk; klapper; klepper; knalbonbon; kraker; ratel; rotje; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer
Knarre	klepel; kleppel	geweer; kinderspeeltje; pistool; rammelaar; strijdmiddel; wapen
Rassel	klepel; kleppel	kinderspeeltje; klepper; rammelaar; ratel

Related Words for "klepel":

klepelen, klepels, klepeltje, klepeltjes

Wiktionary Translations for klepel:

klepel

noun

peervormige staaf in een klok
- klepel → Klöppel