Noun | Related Translations | Other Translations |
Kurpfuscher
|
beunhaas; knoeier; prutser
|
charlatan; charlatans; kwakzalver; kwakzalvers; rommelaar; wonderdokter; wonderdokters
|
Pfuscher
|
beunhaas; knoeier; prutser
|
beunhaas; klungel; klungelaar; klungels; koekenbakker; kruk; prutsers; rommelaar; stoethaspel; stumper
|
Quacksalber
|
beunhaas; knoeier; prutser
|
charlatan; charlatans; kwakzalver; kwakzalvers; rommelaar; toverdoktoren; wonderdokter; wonderdokters
|
Scharlatan
|
beunhaas; knoeier; prutser
|
charlatan; kwakzalver; rommelaar; wonderdokter
|
Schmierer
|
broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier; koekenbakker; koekhakker
|
broddelaars; kladders; klieders; knoeiers; knoeipot; knoeipotten; morser; morsers
|
Stümper
|
beunhaas; knoeier; prutser
|
arme drommel; beunhaas; druiloor; idioot; kalfskop; klungel; klungelaar; klungels; knoeipot; koekenbakker; kruk; morser; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; prutsers; roffelaar; rommelaar; rund; schaapskop; schapenkop; stakker; stakkerd; stoethaspel; stommeling; stommerd; stommerik; stumper; sukkel; sukkelaar; sul; zielenpiet
|
Sudler
|
broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier
|
beunhaas; broddelaars; kladders; klieders; knoeiers; knoeipot; koekenbakker; morser
|