Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. lief doen:


Dutch

Detailed Translations for lief doen from Dutch to German

lief doen:

lief doen verb (doe lief, doet lief, deed lief, deden lief, lief gedaan)

  1. lief doen
    streicheln; schmeicheln
    • streicheln verb (streichele, streichelst, streichelt, streichelte, streicheltet, gestreichelt)
    • schmeicheln verb (schmeichele, schmeichelst, schmeichelt, schmeichelte, schmeicheltet, geschmeichet)

Conjugations for lief doen:

o.t.t.
  1. doe lief
  2. doet lief
  3. doet lief
  4. doen lief
  5. doen lief
  6. doen lief
o.v.t.
  1. deed lief
  2. deed lief
  3. deed lief
  4. deden lief
  5. deden lief
  6. deden lief
v.t.t.
  1. heb lief gedaan
  2. hebt lief gedaan
  3. heeft lief gedaan
  4. hebben lief gedaan
  5. hebben lief gedaan
  6. hebben lief gedaan
v.v.t.
  1. had lief gedaan
  2. had lief gedaan
  3. had lief gedaan
  4. hadden lief gedaan
  5. hadden lief gedaan
  6. hadden lief gedaan
o.t.t.t.
  1. zal lief doen
  2. zult lief doen
  3. zal lief doen
  4. zullen lief doen
  5. zullen lief doen
  6. zullen lief doen
o.v.t.t.
  1. zou lief doen
  2. zou lief doen
  3. zou lief doen
  4. zouden lief doen
  5. zouden lief doen
  6. zouden lief doen
diversen
  1. doe lief!
  2. doet lief!
  3. lief gedaan
  4. lief doend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for lief doen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
schmeicheln lief doen flatteren; flemen; flikflooien; kruipen; opwekken; opwinden; prikkelen; stimuleren; stroop om de mond smeren; vleien; vlemen
streicheln lief doen aaien; knuffelen; koesteren; liefkozen; strelen

Related Translations for lief doen