Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. malligheid uithalen:


Dutch

Detailed Translations for malligheid uithalen from Dutch to German

malligheid uithalen:

malligheid uithalen verb (haal malligheid uit, haalt malligheid uit, haalde malligheid uit, haalden malligheid uit, malligheid uitgehaald)

  1. malligheid uithalen (een poets bakken; dollen; streek uithalen; )
    spaßen; scherzen; herumtollen
    • spaßen verb (spaße, spaßt, spaßte, spaßtet, gespaßt)
    • scherzen verb (scherze, scherzest, scherzt, scherzte, scherztet, gescherzt)
    • herumtollen verb (tolle herum, tollst herum, tollt herum, tollte herum, tolltet herum, herumgetollt)

Conjugations for malligheid uithalen:

o.t.t.
  1. haal malligheid uit
  2. haalt malligheid uit
  3. haalt malligheid uit
  4. halen malligheid uit
  5. halen malligheid uit
  6. halen malligheid uit
o.v.t.
  1. haalde malligheid uit
  2. haalde malligheid uit
  3. haalde malligheid uit
  4. haalden malligheid uit
  5. haalden malligheid uit
  6. haalden malligheid uit
v.t.t.
  1. heb malligheid uitgehaald
  2. hebt malligheid uitgehaald
  3. heeft malligheid uitgehaald
  4. hebben malligheid uitgehaald
  5. hebben malligheid uitgehaald
  6. hebben malligheid uitgehaald
v.v.t.
  1. had malligheid uitgehaald
  2. had malligheid uitgehaald
  3. had malligheid uitgehaald
  4. hadden malligheid uitgehaald
  5. hadden malligheid uitgehaald
  6. hadden malligheid uitgehaald
o.t.t.t.
  1. zal malligheid uithalen
  2. zult malligheid uithalen
  3. zal malligheid uithalen
  4. zullen malligheid uithalen
  5. zullen malligheid uithalen
  6. zullen malligheid uithalen
o.v.t.t.
  1. zou malligheid uithalen
  2. zou malligheid uithalen
  3. zou malligheid uithalen
  4. zouden malligheid uithalen
  5. zouden malligheid uithalen
  6. zouden malligheid uithalen
diversen
  1. haal malligheid uit!
  2. haalt malligheid uit!
  3. malligheid uitgehaald
  4. malligheid uithalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for malligheid uithalen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
herumtollen dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen dollen; ravotten; robbedoezen; ronddartelen; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven
scherzen dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen badineren; dollen; ravotten; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven
spaßen dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen gekheid maken; grappen maken

Related Translations for malligheid uithalen