Dutch
Detailed Translations for materiaal from Dutch to German
materiaal:
-
het materiaal (goedje; spul)
-
het materiaal (benodigdheid)
-
het materiaal (bouwstof; grondstof)
Translation Matrix for materiaal:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Benötigte | benodigdheid; materiaal | benodigdheden; materialen |
Erforderliche | benodigdheid; materiaal | benodigdheden; materialen |
Grundmaterial | bouwstof; grondstof; materiaal | |
Grundstoff | bouwstof; grondstof; materiaal | basiselement; basismateriaal; basisproduct |
Material | bouwstof; grondstof; materiaal | materieel |
Rohstoff | bouwstof; grondstof; materiaal | basiselement; basismateriaal; grondstof |
Zeug | goedje; materiaal; spul | artikel; bocht; broeden; ding; dingen; draai; gebroed; gewaad; goed; goedje; item; junk; kledingmateriaal; kleren; kromming; kromte; object; prullaria; rommel; spullen; tenue; voorwerp; waar; zaak; zaakjes; zaken |