Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. misstaan:


Dutch

Detailed Translations for misstaan from Dutch to German

misstaan:

misstaan verb (missta, misstaat, misstond, misstonden, misstaan)

  1. misstaan

Conjugations for misstaan:

o.t.t.
  1. missta
  2. misstaat
  3. misstaat
  4. misstaan
  5. misstaan
  6. misstaan
o.v.t.
  1. misstond
  2. misstond
  3. misstond
  4. misstonden
  5. misstonden
  6. misstonden
v.t.t.
  1. heb misstaan
  2. hebt misstaan
  3. heeft misstaan
  4. hebben misstaan
  5. hebben misstaan
  6. hebben misstaan
v.v.t.
  1. had misstaan
  2. had misstaan
  3. had misstaan
  4. hadden misstaan
  5. hadden misstaan
  6. hadden misstaan
o.t.t.t.
  1. zal misstaan
  2. zult misstaan
  3. zal misstaan
  4. zullen misstaan
  5. zullen misstaan
  6. zullen misstaan
o.v.t.t.
  1. zou misstaan
  2. zou misstaan
  3. zou misstaan
  4. zouden misstaan
  5. zouden misstaan
  6. zouden misstaan
diversen
  1. missta!
  2. misstaat!
  3. misstaan
  4. misstaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for misstaan:

VerbRelated TranslationsOther Translations
schlecht stehen misstaan