Dutch

Detailed Translations for nietszeggend from Dutch to German

nietszeggend:


Translation Matrix for nietszeggend:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
ausdruckslos glazig; leeg; nietszeggend; uitdrukkingsloos; wazig; wezenloos grondeloos; leeg; onpeilbaar; uitdrukkingsloos; wezenloos
bedeutungslos futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend
gewöhnlich futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend algemeen; alledaags; courant; doorgaans; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeenlijk; geregeld; gewoon; gewoonlijk; gewoontegetrouw; grof; in een handomdraai; licht; lichtwegend; meestal; merendeels; moeiteloos; natuurlijk; niets bijzonders; normaal; normaliter; ongekunsteld; op vaste tijden; ordinair; over het algemeen; plat; platvloers; regelmatig; regulier; vanzelf; vulgair; zonder moeite; zonder pretenties
glasig glazig; leeg; nietszeggend; uitdrukkingsloos; wazig; wezenloos doorschijnend; doorzichtig; glasachtig; glazig; transparant
hohl hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend armzalig; concaaf; dof; flets; holrond; inhoudsloos; karig; leeg; mager; mat; niet helder; pover; schamel; schraal
inhaltslos hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend bijkomstig; inferieur; inhoudsloos; knudde; leeg; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen
leer glazig; hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend; uitdrukkingsloos; wazig; wezenloos blanco; ijdel; inhoudsloos; ledig; leeg; loos; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbeschreven; onbewoond; onbezet; ongebruikt; ongeopend; ongevuld; oningevuld; uitdrukkingsloos; vrij; wezenloos; zonder inhoud; zonder taak
nichtsbedeutend futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend
nichtssagend glazig; hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend; uitdrukkingsloos; wazig; wezenloos
trivial futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend alledaags; banaal; eenvoudig; gewoon; grof; laag; laag-bij-de-grond; lomp; niet hoog; niets bijzonders; ordinair; plat; platvloers; ploertig; schunnig; triviaal; vuig; vunzig
unbedeutend futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend bescheiden; beuzelachtig; gering; marginaal; matig; middelmatig; min; niet al te best; nietig; onaanzienlijk; onbeduidend; onbetekenend; zwak; zwakjes
unscheinbar futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend armzalig; ijdel; karig; mager; onbeduidend; onopvallend; pover; schamel; schraal; vruchteloos
unwesentlich futiel; glazig; leeg; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; uitdrukkingsloos; wazig; weinigzeggend; wezenloos niet-essentieel
unwichtig futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend

Related Words for "nietszeggend":

  • nietszeggendheid, nietszeggende

Wiktionary Translations for nietszeggend:


Cross Translation:
FromToVia
nietszeggend abgedroschen; alltägich; banal; fade; fad banal — (figuré) Qui se met à la disposition de tout le monde.