Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate oneffenheid

Translate oneffenheid from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

oneffenheid:
- Rauheit; Unebenheit; Struppigkeit; Rauhhaarigkeit; Derbheit
oneffen:
- uneben; holprig; bucklich; höckerig
Wiktionary:
- oneffen → uneben, holprig, holperig

Dutch

Detailed Translations for oneffenheid from Dutch to German

oneffenheid:

oneffenheid [de ~ (v)] noun

de oneffenheid (hobbeligheid; ruwheid)
die Rauheit; die Unebenheit; die Struppigkeit; die Rauhhaarigkeit; die Derbheit
- Rauheit [die ~] noun
- Unebenheit [die ~] noun
- Struppigkeit [die ~] noun
- Rauhhaarigkeit [die ~] noun
- Derbheit [die ~] noun
de oneffenheid (hobbel; bobbel; ongelijkheid)
die Unebenheit
- Unebenheit [die ~] noun

Translation Matrix for oneffenheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
Derbheit	hobbeligheid; oneffenheid; ruwheid	boersheid; borsteligheid; grofheid; hardhandigheid; onbeschaafdheid; onbeschofte uitlating; onhoffelijkheid; platheid; platvloersheid; ruw van makelij; ruwheid; schofterigheid; vulgariteit
Rauheit	hobbeligheid; oneffenheid; ruwheid	borsteligheid; grofheid; heesheid; ruw van makelij; schorheid
Rauhhaarigkeit	hobbeligheid; oneffenheid; ruwheid
Struppigkeit	hobbeligheid; oneffenheid; ruwheid	borsteligheid; ruigheid
Unebenheit	bobbel; hobbel; hobbeligheid; oneffenheid; ongelijkheid; ruwheid	hobbel

Related Words for "oneffenheid":

oneffenheden, oneffen

oneffenheid form of oneffen:

oneffen adj

oneffen (hobbelig; ongelijkmatig)
uneben; holprig; bucklich; höckerig
- uneben adj
- holprig adj
- bucklich adj
- höckerig adj

Translation Matrix for oneffen:

Modifier	Related Translations	Other Translations
bucklich	hobbelig; oneffen; ongelijkmatig
holprig	hobbelig; oneffen; ongelijkmatig
höckerig	hobbelig; oneffen; ongelijkmatig	knobbelig
uneben	hobbelig; oneffen; ongelijkmatig	bobbelig; geaccidenteerd; hobbelig; oneven

Related Words for "oneffen":

oneffenheid

Wiktionary Translations for oneffen:

Cross Translation:

From	To	Via
• oneffen	→ uneben; holprig; holperig	↔ accidenté — Qui offrir des accidents.