Summary
Dutch to German: more detail...
- openbaar maken:
-
Wiktionary:
- openbaar maken → aufbieten, veröffentlichen, ankündigen, anzeigen, avisieren, melden, anmelden, verkünden, bekannt machen, ansagen, annoncieren, inserieren
Dutch
Detailed Translations for openbaar maken from Dutch to German
openbaar maken:
openbaar maken verb (maak openbaar, maakt openbaar, maakte openbaar, maakten openbaar, openbaar gemaakt)
-
openbaar maken (bekend maken; afkondigen; bekendmaken; aflezen; afroepen; oplezen)
veröffentlichen; bekanntmachen; verkündigen; bekanntgeben-
veröffentlichen verb (veröffentliche, veröffentlichst, veröffentlicht, veröffentlichte, veröffentlichtet, veröffentlicht)
-
bekanntmachen verb (mache bekannt, machst bekannt, macht bekannt, machte bekannt, machtet bekannt, bekannt gemacht)
-
bekanntgeben verb
-
Conjugations for openbaar maken:
o.t.t.
- maak openbaar
- maakt openbaar
- maakt openbaar
- maken openbaar
- maken openbaar
- maken openbaar
o.v.t.
- maakte openbaar
- maakte openbaar
- maakte openbaar
- maakten openbaar
- maakten openbaar
- maakten openbaar
v.t.t.
- heb openbaar gemaakt
- hebt openbaar gemaakt
- heeft openbaar gemaakt
- hebben openbaar gemaakt
- hebben openbaar gemaakt
- hebben openbaar gemaakt
v.v.t.
- had openbaar gemaakt
- had openbaar gemaakt
- had openbaar gemaakt
- hadden openbaar gemaakt
- hadden openbaar gemaakt
- hadden openbaar gemaakt
o.t.t.t.
- zal openbaar maken
- zult openbaar maken
- zal openbaar maken
- zullen openbaar maken
- zullen openbaar maken
- zullen openbaar maken
o.v.t.t.
- zou openbaar maken
- zou openbaar maken
- zou openbaar maken
- zouden openbaar maken
- zouden openbaar maken
- zouden openbaar maken
en verder
- is openbaar gemaakt
- zijn openbaar gemaakt
diversen
- maak openbaar!
- maakt openbaar!
- openbaar gemaakt
- openbaar makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for openbaar maken:
Wiktionary Translations for openbaar maken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• openbaar maken | → aufbieten; veröffentlichen; ankündigen; anzeigen; avisieren; melden; anmelden; verkünden; bekannt machen; ansagen; annoncieren; inserieren | ↔ publier — rendre public et notoire. |