Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. opgaan:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opga from Dutch to German

opgaan:

opgaan verb (ga op, gaat op, ging op, gingen op, opgegaan)

  1. opgaan
    aufsteigen; steigen; hinaufgehen
    • aufsteigen verb (steige auf, steigst auf, stiegt auf, stieg auf, aufgestiegen)
    • steigen verb (steige, steigst, steigt, stieg, stiegt, gestiegen)
    • hinaufgehen verb (gehe hinauf, gehst hinauf, geht hinauf, ging hinauf, gingt hinauf, hinaufgegangen)

Conjugations for opgaan:

o.t.t.
  1. ga op
  2. gaat op
  3. gaat op
  4. gaan op
  5. gaan op
  6. gaan op
o.v.t.
  1. ging op
  2. ging op
  3. ging op
  4. gingen op
  5. gingen op
  6. gingen op
v.t.t.
  1. ben opgegaan
  2. bent opgegaan
  3. is opgegaan
  4. zijn opgegaan
  5. zijn opgegaan
  6. zijn opgegaan
v.v.t.
  1. was opgegaan
  2. was opgegaan
  3. was opgegaan
  4. waren opgegaan
  5. waren opgegaan
  6. waren opgegaan
o.t.t.t.
  1. zal opgaan
  2. zult opgaan
  3. zal opgaan
  4. zullen opgaan
  5. zullen opgaan
  6. zullen opgaan
o.v.t.t.
  1. zou opgaan
  2. zou opgaan
  3. zou opgaan
  4. zouden opgaan
  5. zouden opgaan
  6. zouden opgaan
diversen
  1. ga op!
  2. gaat op!
  3. opgegaan
  4. opgaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opgaan:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aufsteigen opgaan afvliegen; omhoogkomen; omhoogrijzen; opdagen; opduiken; opkomen; oprijzen; opstijgen; opvliegen; promotie maken; rijzen; verschijnen; wegvliegen
hinaufgehen opgaan heffen; naar boven gaan; naar boven stappen; omhoog doen; omhooggaan; omhoogkomen; omhooglopen; omhoogstappen; opstijgen; opvliegen
steigen opgaan aanwassen; afstappen; bouwen; construeren; de hort op gaan; klauteren; klimmen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhoogklimmen; omhoogkomen; omhoogrijzen; omhoogstijgen; omlaagstappen; opdagen; opduiken; opkomen; oprijzen; opstijgen; opvliegen; opzitten; rijzen; stappen; stijgen; uitgaan; verschijnen
- opkomen

Synonyms for "opgaan":


Related Definitions for "opgaan":

  1. er zo aandachtig mee bezigzijn dat je alles vergeet1
    • hij gaat helemaal op in zijn computer1
  2. omhoog komen1
    • de zon gaat op in het oosten1

Wiktionary Translations for opgaan:


Cross Translation:
FromToVia
opgaan steigen ascend — to fly, to soar

External Machine Translations: