Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. ophoping:


Dutch

Detailed Translations for ophoping from Dutch to German

ophoping:

ophoping [de ~ (v)] noun

  1. de ophoping (opeenhoping; accumulatie; stapel; hoop; opeenstapeling)
    der Haufen; die Ansammlung; der Stoß; die Häufung; die Masse; die Menge
  2. de ophoping (opeenhoping; verzameling; accumulatie; )
    die Menge; die Ansammlung; die Häufung; der Haufen

Translation Matrix for ophoping:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ansammlung accumulatie; hoop; massa; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; selectie; sortering; stapel; stel; verzameling accumulatie; bende; bijeenbrenging; groep; hoop; opeenstapeling; opstapeling; samenscholing; stapel; troep; verzameling
Haufen accumulatie; hoop; massa; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; selectie; sortering; stapel; stel; verzameling bende; berg; bijeenbrenging; boel; clan; drom; grote hoeveelheid; heleboel; hoop; hopen; horde; kluit; kudde; massa; menigte; opeenstapeling; opstapeling; overvloed; schaar; schare; stapel; stapeling; stapels; troep; verzameling
Häufung accumulatie; hoop; massa; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; selectie; sortering; stapel; stel; verzameling bijeenbrenging; hoop; opeenstapeling; opstapeling; stapel; verzameling
Masse accumulatie; hoop; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; stapel berg; boel; drom; grote hoeveelheid; heleboel; hoop; horde; kudde; massa; menigte; mensenmassa; opeenstapeling; oploopje; opstapeling; overvloed; samenkomst; schaar; schare; stapel; toeloop; troep
Menge accumulatie; hoop; massa; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; selectie; sortering; stapel; stel; verzameling aantal; aardig wat; bende; benoemde set; berg; boel; drom; groot en dik stuk; grote hoeveelheid; heleboel; hoeveelheid; homp; hoop; horde; kluit; kudde; kwantiteit; massa; menigte; mensenmassa; opeenstapeling; oploopje; opstapeling; overvloed; partij; samenkomst; schaar; schare; set; stapel; toeloop; troep
Stoß accumulatie; hoop; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; stapel bons; botsing; conflict; duw; duwtje; harde slag; hoop; hort; klap; onenigheid; opeen knallen; opeenstapeling; opstapeling; pof; por; ruzie; schok; schokkende beweging; schop; stapel; stoot; stootje; trap; twist; voetbeweging; zet; zwemslag

Related Words for "ophoping":

  • ophopingen