Verb | Related Translations | Other Translations |
anfordern
|
bestellen; orderen
|
aanspraak maken op; aanvragen; eisen; inmanen; invorderen; opeisen; opvorderen; opvragen; rekwestreren; rekwireren; vereisen; vergen; verlangen; verzoeken; vorderen; vragen
|
austragen
|
bestellen; orderen
|
doorgeven; doorspelen; doorvertellen; een boodschap uitdragen; geven; inschrijving opheffen; klikken; rondbrieven; rondvertellen; schenken; ten einde dragen; uitdragen; uitspelen; uitstrooien; uitzaaien; verhaal vertellen; verhalen; verklappen; verklikken; verkondigen; verlenen; verlinken; verraden; verstrekken; vertellen; voldragen
|
bestellen
|
bestellen; orderen
|
aanleveren; afgeven; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; leveren; overhandigen; thuisbezorgen; toeleveren
|
insHausliefern
|
bestellen; orderen
|
|
liefern
|
bestellen; orderen
|
aanleveren; afgeven; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; distribueren; geven; leveren; overhandigen; ronddelen; schenken; thuisbezorgen; toeleveren; uitreiken; verdelen; verlenen; verstrekken
|
senden
|
bestellen; orderen
|
afgeven; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; geven; overhandigen; rondstralen; schenken; seinen; signalen geven; telegraferen; thuisbezorgen; uitstralen; uitzenden; verlenen; verstrekken; versturen; verwijzen; verzenden; zenden
|
zustellen
|
bestellen; orderen
|
aanleveren; aantijgen; afgeven; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; geven; insinueren; leveren; overhandigen; rondbrengen; schenken; thuisbezorgen; toeleveren; verlenen; verstrekken
|