Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. overheid:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for overheden from Dutch to German

overheid:

overheid [de ~ (v)] noun

  1. de overheid (autoriteiten; openbaar gezag; rijksbestuur)
    die Behörde; der Staat; die Öffentliche Hand
  2. de overheid

Translation Matrix for overheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Behörde autoriteiten; openbaar gezag; overheid; rijksbestuur overheidsorgaan
Staat autoriteiten; openbaar gezag; overheid; rijksbestuur land; natie; rijk; staat
Öffentliche Hand autoriteiten; openbaar gezag; overheid; rijksbestuur
OtherRelated TranslationsOther Translations
Staatsorgane overheid

Related Words for "overheid":

  • overheids, overheden, over

Related Definitions for "overheid":

  1. regering van een land, provincie of gemeente1
    • de overheid denkt aan het belang van alle inwoners1

Wiktionary Translations for overheid:

overheid
noun
  1. het geheel aan gezagvoerende lichamen

Cross Translation:
FromToVia
overheid Regierung government — body with the power to make and/or enforce laws
overheid Regierung; Regieren gouvernementaction, charge, ou manière de gouverner, de régir, d’administrer quelque chose, en particulier dans le domaine politique.
overheid Magistrat municipalité — Le corps des magistrats municipaux.

External Machine Translations: