Noun | Related Translations | Other Translations |
Aufführung
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
komedie; lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje; tabel; tafel
|
Auftritt
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
aantal gekomen personen; komedie; opkomst
|
Bild
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
afbeelden; afbeelding; beeld; beeldhouwwerk; digitale afbeelding; doek; foto; kiek; portret; prent; scene; scherm; schilderij; schildering; schilderstuk; sculptuur; tableau; tafereel; visioen
|
Bühne
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
komedie; podium; schouwtoneel; toneel; toneelpodium
|
Bühnenstück
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
drama; komedie; schouwspel; spektakelstuk; stuk; toneelstuk
|
Darstellung
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
descriptie; doek; equivalent; levendige beschrijving; nadere beschrijving; omschrijving; schets; schetstekening; schilderij; schildering; schilderstuk; tableau; tekening; uitbeelding
|
Defilee
|
defilé; parade
|
|
Drama
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
drama; komedie; schouwspel; stuk; toneelstuk
|
Feier
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
ceremonie; feest; feestdag; feestelijkheid; festiviteit; jaarfeest; omhaal; plechtigheid; plichtpleging; processie; staatsie; stoet; viering
|
Feierlichkeit
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
ceremonie; deftigheid; eerbiedwaardigheid; feest; feestelijkheid; festiviteit; gedragenheid; omhaal; plechtigheid; plechtstatigheid; plichtpleging; processie; staatsie; statigheid; stoet; viering; voornaamheid; vormelijkheid
|
Festlichkeit
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
ceremonie; feest; feestelijkheid; feestje; feestviering; festiviteit; omhaal; party; plechtigheid; plichtpleging; processie; staatsie; stoet; viering
|
Glanz
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
glans; glanslaag; luxe; overvloed; pracht; weelde; weelderigheid
|
Komödie
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
blijspel; klucht; komedie
|
Lustspiel
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
komedie
|
Parade
|
defilé; parade
|
|
Schaubühne
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
komedie; podium; schouwtoneel; toneel; toneelpodium
|
Schauspiel
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
aangezicht; drama; gelaat; gezicht; kijkstuk; komedie; schouwspel; spektakel; spektakelstuk; stuk; toneelstuk
|
Spiel
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
Game; beurt; concours; game; match; partij; pot; rondje; spel; spelletje; strijd; wedstrijd
|
Theater
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
komedie; schouwburg; schouwburgen; theater; theaters; toneelwezen
|
Theaterstück
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
komedie; schouwspel; spektakelstuk; toneelstukje
|
Vorführung
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
|
Vorstellung
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
begrip; benul; beschouwing; besef; bewustzijn; conceptie; denkbeeld; fantasie; gedachte; happening; idee; inzicht; kijk; komedie; mening; mentale voorstelling; notie; oordeel; opinie; opvatting; overtuiging; performance; show; verbeelding; visie; voorstelling; zienswijze
|
Zeremonie
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
ceremonie; feest; feestelijkheid; festiviteit; omhaal; plechtigheid; plichtpleging; viering
|