Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. paraderen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for paradeer from Dutch to German

paraderen:

paraderen verb (paradeer, paradeert, paradeerde, paradeerden, geparadeerd)

  1. paraderen
    schlendern; flanieren; paradieren
    • schlendern verb (schlendere, schlenderst, schlendert, schlenderte, schlendertet, geschlendert)
    • flanieren verb (flaniere, flanierst, flaniert, flanierte, flaniertet, flaniert)
    • paradieren verb (paradiere, paradierst, paradiert, paradierte, paradiertet, paradiert)

Conjugations for paraderen:

o.t.t.
  1. paradeer
  2. paradeert
  3. paradeert
  4. paraderen
  5. paraderen
  6. paraderen
o.v.t.
  1. paradeerde
  2. paradeerde
  3. paradeerde
  4. paradeerden
  5. paradeerden
  6. paradeerden
v.t.t.
  1. heb geparadeerd
  2. hebt geparadeerd
  3. heeft geparadeerd
  4. hebben geparadeerd
  5. hebben geparadeerd
  6. hebben geparadeerd
v.v.t.
  1. had geparadeerd
  2. had geparadeerd
  3. had geparadeerd
  4. hadden geparadeerd
  5. hadden geparadeerd
  6. hadden geparadeerd
o.t.t.t.
  1. zal paraderen
  2. zult paraderen
  3. zal paraderen
  4. zullen paraderen
  5. zullen paraderen
  6. zullen paraderen
o.v.t.t.
  1. zou paraderen
  2. zou paraderen
  3. zou paraderen
  4. zouden paraderen
  5. zouden paraderen
  6. zouden paraderen
diversen
  1. paradeer!
  2. paradeert!
  3. geparadeerd
  4. paraderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for paraderen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
flanieren paraderen drentelen; flaneren; slenteren
paradieren paraderen flaneren
schlendern paraderen banjeren; drentelen; flaneren; kuieren; lopen; rondlopen; rondslenteren; rondwandelen; slenteren; wandelen

Wiktionary Translations for paraderen:


Cross Translation:
FromToVia
paraderen stolzieren strut — to walk proudly or haughtily
paraderen paradieren; prunken; stolzieren parader — Traductions à trier suivant le sens