Dutch

Detailed Translations for poepje from Dutch to German

poepje:

poepje [het ~] noun

  1. het poepje (liefste; schatje; liefje; )
    Schätzchen; der Schatz; der Liebste; die Liebe; Herzchen; Liebchen; der Liebling; die Geliebte; Lieb
  2. het poepje (schattig kind; schatje; scheetje; liefje; dot)

Translation Matrix for poepje:

NounRelated TranslationsOther Translations
Geliebte beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes aanbidder; beminde; geliefde; gezel; hartje; hartsvriendin; kameraadje; liefhebber; liefje; maatje; maîtresse; minnaar; minnaars; minnares; vriendin; vrijer; vrijers
Herzchen beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes beminde; geliefde; hartje; kindlief; liefje; liefste; lieveling; lieverd; schat; schatje; schatteboutjes; snoepje; snoes; snoesje; vriendin
Lieb beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes
Liebchen beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes beminde; geliefde; hartje; minnares; scharreltje; schatteboutjes; vriendin; vriendinnetje
Liebe beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes genegenheid; innigheid; liefde
Liebling beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes beminde; geliefde; hartje; lieveling; lievelingetje; lieverd; minnares; schatje; schatteboutjes; snoepje; snoes; snoesje; troetelkind; vriendin
Liebste beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes beminde; geliefde; gezel; hartje; hartsvriendin; kameraadje; liefje; maatje; minnares; vriendin
Schatz beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes beminde; geliefde; kindlief; liefje; liefste; schat; schatteboutjes; snoes; vriendin
Schätzchen beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes beminde; geliefde; kindlief; liefje; liefjes; liefste; lievelingetje; schat; schatjes; schattebouten; schatteboutje; schatteboutjes; schatten; snoes; troetels; troeteltje; vriendin
entzückende Kind dot; liefje; poepje; schatje; schattig kind; scheetje
niedliche Kind dot; liefje; poepje; schatje; schattig kind; scheetje
süße Kind dot; liefje; poepje; schatje; schattig kind; scheetje

Related Words for "poepje":


poepje form of poep:

poep [de ~ (m)] noun

  1. de poep (schijt; stront; drek; kak)
    der Pup; die Kacke; der Schmutz; der Kot; der Kötel; der Dreck; die Exkremente; die Ausscheidung; die Fäkalien; der Mist

Translation Matrix for poep:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ausscheidung drek; kak; poep; schijt; stront afscheiding; uittreding; wondvocht
Dreck drek; kak; poep; schijt; stront beer; drek; excrementen; fecaliën; feces; goorheid; groezeligheid; kledder; klodder; kwak; lik; prut; smeerlapperij; smerigheid; smurrie; stofje; uitscheiding; uitwerpselen; vervuiling; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; vuiltje
Exkremente drek; kak; poep; schijt; stront beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen
Fäkalien drek; kak; poep; schijt; stront beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen
Kacke drek; kak; poep; schijt; stront beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen
Kot drek; kak; poep; schijt; stront beer; drek; drol; excrementen; fecaliën; feces; hoop; keutel; prut; smurrie; stuk poep; uitscheiding; uitwerpsel; uitwerpselen
Kötel drek; kak; poep; schijt; stront
Mist drek; kak; poep; schijt; stront drek; mest; prut; smurrie
Pup drek; kak; poep; schijt; stront
Schmutz drek; kak; poep; schijt; stront drab; drek; goorheid; groezeligheid; kledder; klodder; kwak; lik; morsigheid; prut; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; smurrie; vervuiling; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
- schijt

Related Words for "poep":


Synonyms for "poep":


Related Definitions for "poep":

  1. onverteerd voedsel dat via je anus naar buiten komt1
    • er zit weer hondepoep aan mijn schoen1

Wiktionary Translations for poep:

poep
noun
  1. uitgescheiden afvalstoffen van mens of dier

Cross Translation:
FromToVia
poep Scheiße; Kacke crap — excrement
poep Kacke poo — faecal matter
poep Scheiße; Kacke shit — solid excretory product evacuated from the bowel
poep Scheiße; Scheisse merde — (vulgaire)