Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate retourtje

Translate retourtje from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

retourtje:
- Tagesrückfahrkarte
retour:
Wiktionary:
- retour → Rückfahrkarte, Hin-und Rückfahrt

Dutch

Detailed Translations for retourtje from Dutch to German

retourtje:

retourtje [het ~] noun

het retourtje (dagretour)
die Tagesrückfahrkarte
- Tagesrückfahrkarte [die ~] noun

Translation Matrix for retourtje:

Noun	Related Translations	Other Translations
Tagesrückfahrkarte	dagretour; retourtje

Related Words for "retourtje":

retourtjes, retour

retour:

retour [de ~ (m)] noun

de retour (terugkeer; terugreis)
die Rückkehr; die Heimreise; der Rückwechsel; die Ankunft; die Heimkunft; der Comeback; die Heimkehr; die Heimkünfte
- Rückkehr [die ~] noun
- Heimreise [die ~] noun
- Rückwechsel [der ~] noun
- Ankunft [die ~] noun
- Heimkunft [die ~] noun
- Comeback [der ~] noun
- Heimkehr [die ~] noun
- Heimkünfte [die ~] noun

retour adv

retour (achterwaarts; achteruit; terug)
rückwärts gehend
- rückwärts gehend adj

retour [het ~] noun

het retour (retourbiljet)

– treinkaartje waarmee je heen en terug kunt reizen ¹
die Rückfahrkarte
- Rückfahrkarte [die ~] noun

retour [de ~ (m)] noun

de retour
Roundtrip
- Roundtrip

Translation Matrix for retour:

Noun	Related Translations	Other Translations
Ankunft	retour; terugkeer; terugreis	aankomst; aankomsten; binnenkomst; entree; intocht; intrede; komst; rentree; thuiskomst
Comeback	retour; terugkeer; terugreis	rentree
Heimkehr	retour; terugkeer; terugreis	rentree; thuiskomst
Heimkunft	retour; terugkeer; terugreis	rentree; thuiskomst
Heimkünfte	retour; terugkeer; terugreis	rentree
Heimreise	retour; terugkeer; terugreis	rentree; terugkeer; terugreis; thuiskomst; thuisreis
Roundtrip	retour
Rückfahrkarte	retour; retourbiljet
Rückkehr	retour; terugkeer; terugreis	rentree; terugkeer; terugkomst; terugreis; thuiskomst; thuisreis
Rückwechsel	retour; terugkeer; terugreis
Modifier	Related Translations	Other Translations
rückwärts gehend	achteruit; achterwaarts; retour; terug

Related Words for "retour":

retouren, retours, retourtje

Related Definitions for "retour":

terug naar de afzender¹
- ik stuur de formulieren retour¹
treinkaartje waarmee je heen en terug kunt reizen¹
- mag ik van u een retourtje Amsterdam?¹

Wiktionary Translations for retour:

Cross Translation:

From	To	Via
• retour	→ Rückfahrkarte	↔ return — return ticket
• retour	→ Hin-und Rückfahrt; Rückfahrkarte	↔ return ticket — a ticket granting permission to travel to a place and back again

¹Muiswerk Woordenboek