Noun | Related Translations | Other Translations |
Arbeitsplan
|
route
|
dienstregeling; dienstrooster; rooster; routetaak; werkrooster
|
Ausfahrt
|
koers; route
|
afrit; dagreis; excursie; gang; reis; rijtochtje; rit; tocht; toer; tournee; uitrit; uitstapje
|
Ausrichtung
|
koers; route
|
afdrukstand; geneigdheid; gerichtheid; lijst; neiging; oriëntatie; tabel; tafel; tendens; trend; uitlijning
|
Betriebsführung
|
koers; route
|
Raad van Bestuur; beheer; bestuur; directie; leiding
|
Direktion
|
koers; route
|
Raad van Bestuur; bedrijfsleiding; beheer; bestuur; directie; leiding; management; politiek
|
Erfahrung
|
koers; route
|
bevinding; cirkel; ervaring; kring; meemaken van een gebeurtenis; ondervinden; ondervinding; praktijk; rondje; routine
|
Fahrt
|
koers; route
|
autorijden; dagreis; excursie; expeditie; fietstocht; gang; gracht; kanaal; mars; reis; rijden; rit; rondreis; rondrit; tocht; tochtje; toer; tour; tournee; trektocht; trip; uitstapje; vaart
|
Fransenborte
|
koers; route
|
franje; kant; kantkloswerk; kantwerk; passement; passementerie; versierende omzoming; versiering van rafels
|
Gastspielreise
|
koers; route
|
rit; ronde; rondreis; rondrit; tochtje; toer; tour; tournee; trip
|
Geländefahrt
|
koers; route
|
|
Geschäftsführung
|
koers; route
|
Raad van Bestuur; bedrijfsleiding; beheer; bestuur; directie; leiding
|
Gewohnheit
|
koers; route
|
algemeenheid; gangbaarheid; gebruikelijkheid; overlevering; traditie; zede
|
Leitung
|
koers; route
|
aanvoeren; aanvoering; geleiding; gezichtsrimpel; kabel; kabelleiding; leiding; rimpel; voorgaan
|
Reise
|
koers; route
|
dagreis; excursie; expeditie; gang; mars; reis; rit; rondreis; rondrit; tocht; tochtje; toer; tour; tournee; trektocht; trip; uitstapje
|
Richtung
|
koers; route
|
koers; richting
|
Route
|
koers; route
|
rit; rondreis; rondrit; tochtje; toer; tour; trip
|
Routine
|
koers; route
|
ervaring; praktijk; routine; sleur
|
Rundfahrt
|
koers; route
|
rit; rondreis; rondrit; rondtocht; rondvaart; tochtje; toer; tour; trip
|
Rundgänge
|
koers; route
|
omgang; ronde doen
|
Rundläufe
|
koers; route
|
omgang; rit; ronde doen; rondreis; rondrit; tochtje; toer; tour; trip
|
Rundreise
|
koers; route
|
rit; rondreis; rondrit; tochtje; toer; tour; trip
|
Schule
|
koers; route
|
educatie; onderwijs; scholing; school; schoolgebouw
|
Seite
|
koers; route
|
bladzijde; flank; geheugenpagina; kant; page; pagina; rand; webpagina; zij; zijde; zijkant
|
Spazierfahrt
|
koers; route
|
dagreis; excursie; gang; reis; rijtoer; rit; rondreis; rondrit; tocht; tochtje; toer; toertje; tour; tournee; trip; uitje; uitstapje
|
Strecke
|
afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg
|
baan; etappe; parcours; parcoursetappe; straat; straatweg; weg
|
Teilstrecke
|
afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg
|
|
Verwaltung
|
koers; route
|
Beheer; administratie; beheer; bescherming; bestuur; bewaking; controle; hoede; management; politiek; toezicht; zeggenschap; zorg
|