Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. schraapijzers:
  2. schraapijzer:


Dutch

Detailed Translations for schraapijzers from Dutch to German

schraapijzers:

schraapijzers [de ~] noun, plural

  1. de schraapijzers
    der Eisenschaber

Translation Matrix for schraapijzers:

NounRelated TranslationsOther Translations
Eisenschaber schraapijzers

Related Words for "schraapijzers":


schraapijzers form of schraapijzer:

schraapijzer [het ~] noun

  1. het schraapijzer (schraapmes; schraper; schrapijzer)
    der Schaber; der Kratzer; Schabeisen

Translation Matrix for schraapijzer:

NounRelated TranslationsOther Translations
Kratzer schraapijzer; schraapmes; schraper; schrapijzer haal; krab; krabbelaar; krabber; krabijzer; krabwond; kras; krasser; pennekras; schram; schrammetje; spatel; verfkrabber
Schabeisen schraapijzer; schraapmes; schraper; schrapijzer
Schaber schraapijzer; schraapmes; schraper; schrapijzer spatel

Related Words for "schraapijzer":