Dutch

Detailed Translations for signeren from Dutch to German

signeren:

signeren verb (signeer, signeert, signeerde, signeerden, gesigneerd)

  1. signeren (ondertekenen; tekenen)
    unterzeichnen; zeichnen; unterschreiben; signieren; paraphieren; abzeichnen
    • unterzeichnen verb (unterzeichne, unterzeichnest, unterzeichnet, unterzeichnte, unterzeichntet, unterzeichnet)
    • zeichnen verb (zeichne, zeichnest, zeichnet, zeichnete, zeichnetet, gezeichnet)
    • unterschreiben verb (unterschreibe, unterschreibst, unterschreibt, unterschrieb, unterschriebt, unterschrieben)
    • signieren verb (signiere, signierst, signiert, signierte, signiertet, signiert)
    • paraphieren verb (paraphiere, paraphierst, paraphiert, paraphierte, paraphiertet, paraphiert)
    • abzeichnen verb (zeichne ab, zeichnst ab, zeichnt ab, zeichnte ab, zeichntet ab, abgezeichnet)

Conjugations for signeren:

o.t.t.
  1. signeer
  2. signeert
  3. signeert
  4. signeren
  5. signeren
  6. signeren
o.v.t.
  1. signeerde
  2. signeerde
  3. signeerde
  4. signeerden
  5. signeerden
  6. signeerden
v.t.t.
  1. heb gesigneerd
  2. hebt gesigneerd
  3. heeft gesigneerd
  4. hebben gesigneerd
  5. hebben gesigneerd
  6. hebben gesigneerd
v.v.t.
  1. had gesigneerd
  2. had gesigneerd
  3. had gesigneerd
  4. hadden gesigneerd
  5. hadden gesigneerd
  6. hadden gesigneerd
o.t.t.t.
  1. zal signeren
  2. zult signeren
  3. zal signeren
  4. zullen signeren
  5. zullen signeren
  6. zullen signeren
o.v.t.t.
  1. zou signeren
  2. zou signeren
  3. zou signeren
  4. zouden signeren
  5. zouden signeren
  6. zouden signeren
en verder
  1. ben gesigneerd
  2. bent gesigneerd
  3. is gesigneerd
  4. zijn gesigneerd
  5. zijn gesigneerd
  6. zijn gesigneerd
diversen
  1. signeer!
  2. signeert!
  3. gesigneerd
  4. signerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for signeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
abzeichnen ondertekenen; signeren; tekenen aankruisen; merken; natekenen; paraferen; uitstippelen; uitzetten
paraphieren ondertekenen; signeren; tekenen paraferen
signieren ondertekenen; signeren; tekenen ondertekenen; paraferen
unterschreiben ondertekenen; signeren; tekenen paraferen
unterzeichnen ondertekenen; signeren; tekenen paraferen
zeichnen ondertekenen; signeren; tekenen aankruisen; afbeelden; merken; paraferen; portretteren; schilderen; tekenen; uittekenen