Summary
Dutch to German: more detail...
- slaag:
- slagen:
-
Wiktionary:
- slaag → Prügel
- slagen → bestehen, gelingen
- slagen → schaffen, Erfolg haben, gelingen, bestehen, geschehen, passieren, sich ereignen, stattfinden, vorkommen, hingeraten, ankommen, eintreffen, gelangen, zukommen, herzukommen, anlangen, erreichen
Dutch
Detailed Translations for slaag from Dutch to German
slaag:
-
slaag (aframmeling; pak rammel)
Translation Matrix for slaag:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Prügel | aframmeling; pak rammel; slaag | rammel |
Related Words for "slaag":
Related Definitions for "slaag":
slagen:
-
slagen (succes hebben)
Conjugations for slagen:
o.t.t.
- slaag
- slaagt
- slaagt
- slagen
- slagen
- slagen
o.v.t.
- slaagde
- slaagde
- slaagde
- slaagden
- slaagden
- slaagden
v.t.t.
- ben geslaagd
- bent geslaagd
- is geslaagd
- zijn geslaagd
- zijn geslaagd
- zijn geslaagd
v.v.t.
- was geslaagd
- was geslaagd
- was geslaagd
- waren geslaagd
- waren geslaagd
- waren geslaagd
o.t.t.t.
- zal slagen
- zult slagen
- zal slagen
- zullen slagen
- zullen slagen
- zullen slagen
o.v.t.t.
- zou slagen
- zou slagen
- zou slagen
- zouden slagen
- zouden slagen
- zouden slagen
diversen
- slaag!
- slaagt!
- geslaagd
- slagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for slagen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Erfolg | gelukken; lukken; slagen | bestseller; fortuintje; heil; hit; huiduitslag; mazzel; meevaller; succes; uitslag; voorspoed; voorspoedigheid; welslagen; welzijn; werken; werking |
Erzielen | gelukken; lukken; slagen | |
Gelingen | gelukken; lukken; slagen | mazzel; meevaller; succes; voorspoedigheid; welslagen |
Verb | Related Translations | Other Translations |
Erfolg haben | slagen; succes hebben | |
erfolgreich sein | slagen; succes hebben |
Related Words for "slagen":
Antonyms for "slagen":
Related Definitions for "slagen":
Wiktionary Translations for slagen:
slagen
Cross Translation:
verb
slagen
-
het examen succesvol beëindigen
- slagen → bestehen
-
etwas zu Ende bringen, bestehen, eine Aufgabe bewältigen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• slagen | → Erfolg haben; gelingen; bestehen | ↔ abouter — joindre (deux choses) bout à bout. |
• slagen | → Erfolg haben; gelingen; bestehen; geschehen; passieren; sich ereignen; stattfinden; vorkommen; hingeraten; ankommen; eintreffen; gelangen; zukommen; herzukommen | ↔ arriver — parvenir à destination. — note Sans complément, on sous-entend que la destination est le lieu où se tient le locuteur. |
• slagen | → gelangen; anlangen; erreichen; ankommen | ↔ parvenir — Arriver à un point donné à la suite d’un déplacement. (Sens général) |
• slagen | → Erfolg haben; gelingen; bestehen | ↔ réussir — Avoir une bonne ou une mauvaise issue. |