Dutch
Detailed Translations for stalend from Dutch to German
stalen:
Conjugations for stalen:
o.t.t.
- staal
- staalt
- staalt
- staalen
- staalen
- staalen
o.v.t.
- staalde
- staalde
- staalde
- staalden
- staalden
- staalden
v.t.t.
- heb gestaald
- hebt gestaald
- heeft gestaald
- hebben gestaald
- hebben gestaald
- hebben gestaald
v.v.t.
- had gestaald
- had gestaald
- had gestaald
- hadden gestaald
- hadden gestaald
- hadden gestaald
o.t.t.t.
- zal stalen
- zult stalen
- zal stalen
- zullen stalen
- zullen stalen
- zullen stalen
o.v.t.t.
- zou stalen
- zou stalen
- zou stalen
- zouden stalen
- zouden stalen
- zouden stalen
en verder
- ben gestaald
- bent gestaald
- is gestaald
- zijn gestaald
- zijn gestaald
- zijn gestaald
diversen
- staal!
- staalt!
- gestaald
- stalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for stalen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Abhärten | stalen; verharden | bestand maken tegen; harden |
Verb | Related Translations | Other Translations |
abhärten | harden; stalen; uitharden | |
hartmachen | harden; stalen; uitharden | |
härten | harden; stalen; uitharden | hard worden; verharden |
stählen | harden; stalen; uitharden | |
verhärten | harden; stalen; uitharden | verstarren; verstenen; verstijven |
Related Words for "stalen":
External Machine Translations: