Summary


Dutch

Detailed Translations for stemmigheid from Dutch to German

stemmigheid:

stemmigheid [de ~ (v)] noun

  1. de stemmigheid (gematigdheid; matigheid; ingetogenheid)
    die Mäßigung; die Besonnenheit

Translation Matrix for stemmigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Besonnenheit gematigdheid; ingetogenheid; matigheid; stemmigheid
Mäßigung gematigdheid; ingetogenheid; matigheid; stemmigheid matiging; mindering; moderatie; tempering

Related Words for "stemmigheid":


stemmig:


Translation Matrix for stemmig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
Stimmungsvoll stemmig; stemmingsvol
bedeckt ingetogen; stemmig afgedekt; bedekt; gecovered; gedekt; gezekerd; overkapt
einfach ingetogen; stemmig aangenaam; bescheiden; comfortabel; discreet; discrete; domweg; dunnetjes; echt; eenvoudig; eenvoudigweg; gangbaar; gebruikelijk; gemakkelijk; gemeen; geriefelijk; gewoon; gewoonweg; heus; in een handomdraai; ingetogen; kies; klinkklaar; kortweg; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; licht; lichtwegend; magertjes; makkelijk; matig; moeiteloos; natuurlijk; nederig; niet hoogmoedig; niet moeilijk; niet voornaam; normaal; onderdanig; onedel; ongecompliceerd; ongekunsteld; ootmoedig; puur; rechttoe; regelrecht; ronduit; schraal; schraaltjes; simpel; simpelweg; sober; sobertjes; van eenvoudige komaf; vanzelf; werkelijk; zo maar; zomaar; zonder moeite; zonder pretenties
gemäßigt ingetogen; stemmig gematigd; getemperd; moderaat
gemütlich ingetogen; stemmig aangenaam; behaaglijk; comfortabel; confidentieel; fijn; gemakkelijk; gemoedelijk; genoeglijk; geriefelijk; joviaal; knus; leuk; licht; lichtwegend; plezant; plezierig; prettig; sfeervol; subtiel; vertrouwelijk
schlicht ingetogen; stemmig bescheiden; discreet; discrete; dunnetjes; eenvoudig; gemakkelijk; glad neerliggend; in een handomdraai; ingetogen; kies; licht; magertjes; makkelijk; matig; moeiteloos; natuurlijk; nederig; niet hoogmoedig; niet moeilijk; ongecompliceerd; ongekunsteld; schraal; schraaltjes; simpel; sluik; sober; sobertjes; vanzelf; zonder moeite; zonder pretenties
sittsam ingetogen; stemmig braaf; braafjes; decent; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; ethisch; fatsoenlijk; gekuist; goed opgevoed; kuis; lief; manierlijk; moralistisch; moreel; net; netjes; rein; schoon; vervuld van moralisme; voorbeeldig; welvoeglijk; zedelijk; zedig; zoet

Related Words for "stemmig":