Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. stormen:


Dutch

Detailed Translations for stormt from Dutch to German

stormt form of stormen:

stormen [de ~] noun, plural

  1. de stormen
    Stürmen

stormen verb (storm, stormt, stormde, stormden, gestormd)

  1. stormen (hard waaien)
    stürmen
    • stürmen verb (stürme, stürmst, stürmt, stürmte, stürmtet, gestürmt)

Conjugations for stormen:

o.t.t.
  1. storm
  2. stormt
  3. stormt
  4. stormen
  5. stormen
  6. stormen
o.v.t.
  1. stormde
  2. stormde
  3. stormde
  4. stormden
  5. stormden
  6. stormden
v.t.t.
  1. heb gestormd
  2. hebt gestormd
  3. heeft gestormd
  4. hebben gestormd
  5. hebben gestormd
  6. hebben gestormd
v.v.t.
  1. had gestormd
  2. had gestormd
  3. had gestormd
  4. hadden gestormd
  5. hadden gestormd
  6. hadden gestormd
o.t.t.t.
  1. zal stormen
  2. zult stormen
  3. zal stormen
  4. zullen stormen
  5. zullen stormen
  6. zullen stormen
o.v.t.t.
  1. zou stormen
  2. zou stormen
  3. zou stormen
  4. zouden stormen
  5. zouden stormen
  6. zouden stormen
en verder
  1. ben gestormd
  2. bent gestormd
  3. is gestormd
  4. zijn gestormd
  5. zijn gestormd
  6. zijn gestormd
diversen
  1. storm!
  2. stormt!
  3. gestormd
  4. stormend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stormen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Stürmen stormen runs; stormlopen
VerbRelated TranslationsOther Translations
stürmen hard waaien; stormen binnenstormen; binnenvliegen; in de voorhoede spelen; stormlopen

Related Words for "stormen":


Related Definitions for "stormen":

  1. heel hard erheen lopen1
    • de kinderen stormden op de taart af1
  2. heel hard waaien1
    • als het stormt kun je geen paraplu gebruiken1

External Machine Translations: