Dutch

Detailed Translations for taaiheid from Dutch to German

taaiheid:

taaiheid [de ~ (v)] noun

  1. de taaiheid (uithoudingsvermogen)
    die Ausdauer
  2. de taaiheid (volharding; vasthoudendheid; aanhouden; uithouding; volhardendheid)
    Standhalten; die Standhaftigkeit; die Ausdauer; die Beharrlichkeit; die Beharrung; die Zähigkeit

Translation Matrix for taaiheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ausdauer aanhouden; taaiheid; uithouding; uithoudingsvermogen; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding doorzettingsvermogen; vasthoudendheid; volharding
Beharrlichkeit aanhouden; taaiheid; uithouding; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding doorzettingsvermogen; vasthoudendheid; volharding
Beharrung aanhouden; taaiheid; uithouding; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding doorzettingsvermogen; vasthoudendheid; volharding
Standhaftigkeit aanhouden; taaiheid; uithouding; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding doorzettingsvermogen; vasthoudendheid; volharding
Standhalten aanhouden; taaiheid; uithouding; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding
Zähigkeit aanhouden; taaiheid; uithouding; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding doorzettingsvermogen; vasthoudendheid; volharding

Related Words for "taaiheid":


Wiktionary Translations for taaiheid:

taaiheid
noun
  1. het vermogen energie op te nemen door te vervormen zonder te breken

Cross Translation:
FromToVia
taaiheid Verformbarkheit ductility — ability of a material to be drawn out longitudinally to a reduced section without fracture under the action of a tensile force

taaiheid form of taai:


Translation Matrix for taai:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
dickköpfig onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; dikhoofdig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverzettelijk; onwillig; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
eigenbrötlerisch onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
eigensinnig onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onwillig; stijfhoofdig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig; zelfstandig
eigenwillig onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onwillig; stijfhoofdig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
fade langdradig; saai; taai; zonder afleiding afgezaagd; eentonig; flauw; melig; monotoon; saai; slaapverwekkend; smakeloos; suf; vervelend; zonder smaak; zouteloos
geistlos langdradig; saai; taai; zonder afleiding achterlijk; afgestompt; afgezaagd; afstompend; breinloos; dom; dood; eentonig; eenvoudig; geestdodend; geesteloos; gemakkelijk; hersenloos; idioot; inhoudsloos; leeg; levenloos; licht; makkelijk; monotoon; niet bezield; niet moeilijk; onbenullig; onbezield; onnozel; onverstandig; saai; simpel; slaapverwekkend; stom; stompzinnig; stupide; suf; verstandeloos; vervelend
geisttötend langdradig; saai; taai; zonder afleiding achterlijk; afgestompt; afgezaagd; afstompend; breinloos; dom; eentonig; geestdodend; geesteloos; hersenloos; idioot; monotoon; onbenullig; onnozel; onverstandig; saai; slaapverwekkend; stom; stompzinnig; stupide; suf; verstandeloos; vervelend
langweilig langdradig; saai; taai; zonder afleiding afgezaagd; afstompend; eentonig; ellendig; geestdodend; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; monotoon; rot; saai; slaapverwekkend; stom; suf; vervelend
nicht abgelenkt langdradig; saai; taai; zonder afleiding
starr onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai eigenwijs; eigenzinnig; geronnen; gestold; gestremd; halsstarrig; hardhoofdig; houterig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; star; starend; stijf; stijfhoofdig; stijfkoppig; stijfselachtig; stijve; strak; stram; stroef; verstard; verstijfd
starrköpfig onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardleers; houterig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverzettelijk; onwillig; onwrikbaar; recalcitrant; star; stijf; stijfhoofdig; stijfkoppig; stijve; strak; stram; stroef; tegendraads; verstard; weerbarstig; weerspannig
starrsinnig onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardleers; koppig; obstinaat; onbestuurbaar; onbuigzaam; onhandelbaar; onhanteerbaar; onverzettelijk; onwillig; onwrikbaar; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
störrisch onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai agressief; bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; gewelddadig; hardhoofdig; koppig; onbestuurbaar; onbuigzaam; onhandelbaar; onhanteerbaar; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onwillig; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
trotzig onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai eigenwijs; eigenzinnig; fier; flink; glorieus; groots; hardhoofdig; koppig; onbestuurbaar; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onwillig; opstandig; prat; recalcitrant; stijfhoofdig; tegendraads; trots; weerbarstig; weerspannig
unbeugsam onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai houterig; onbuigbaar; star; stijf; stijve; strak; stram; stroef; verstard
widerborstig onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai afkerig van; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; onbestuurbaar; onhandelbaar; onhanteerbaar; onwillig; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; tegendraads; vijandig; weerbarstig; weerspannig
widerspenstig onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai bokkig; dwars; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; met tegenzin; niet graag; onbestuurbaar; ongaarne; onhandelbaar; onhanteerbaar; onwillig; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
widerwillig onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; met tegenzin; niet graag; ongaarne; onwillig; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
öde langdradig; saai; taai; zonder afleiding afgezaagd; afgezonderd; armzalig; bitter teleurgesteld; desolaat; doods; dor; droog; eentonig; eenzaam; ellendig; karig; langdraadig; langwijlig; lastig; mager; melig; monotoon; pover; rot; saai; schamel; schraal; slaapverwekkend; suf; uitgestorven; verbitterd; verdord; vereenzaamd; verlaten; vervelend

Related Words for "taai":


Wiktionary Translations for taai:

taai
adjective
  1. moeizaam en plastisch vervormend onder mechanische belasting
  2. moeilijk te snijden, kauwen (van vlees)
taai
adjective
  1. langsam, schwerfällig fließend

Cross Translation:
FromToVia
taai abgestanden; schal stale — having lost its freshness
taai überdrüssig; verdrießlich ennuyeux — Qui cause de l’ennui.