Dutch
Detailed Translations for tegen het lijf lopen from Dutch to German
tegen het lijf lopen:
tegen het lijf lopen verb (loop tegen het lijf, loopt tegen het lijf, liep tegen het lijf, liepen tegen het lijf, tegen het lijf gelopen)
-
tegen het lijf lopen
Conjugations for tegen het lijf lopen:
o.t.t.
- loop tegen het lijf
- loopt tegen het lijf
- loopt tegen het lijf
- lopen tegen het lijf
- lopen tegen het lijf
- lopen tegen het lijf
o.v.t.
- liep tegen het lijf
- liep tegen het lijf
- liep tegen het lijf
- liepen tegen het lijf
- liepen tegen het lijf
- liepen tegen het lijf
v.t.t.
- heb tegen het lijf gelopen
- hebt tegen het lijf gelopen
- heeft tegen het lijf gelopen
- hebben tegen het lijf gelopen
- hebben tegen het lijf gelopen
- hebben tegen het lijf gelopen
v.v.t.
- had tegen het lijf gelopen
- had tegen het lijf gelopen
- had tegen het lijf gelopen
- hadden tegen het lijf gelopen
- hadden tegen het lijf gelopen
- hadden tegen het lijf gelopen
o.t.t.t.
- zal tegen het lijf lopen
- zult tegen het lijf lopen
- zal tegen het lijf lopen
- zullen tegen het lijf lopen
- zullen tegen het lijf lopen
- zullen tegen het lijf lopen
o.v.t.t.
- zou tegen het lijf lopen
- zou tegen het lijf lopen
- zou tegen het lijf lopen
- zouden tegen het lijf lopen
- zouden tegen het lijf lopen
- zouden tegen het lijf lopen
en verder
- ben tegen het lijf gelopen
- bent tegen het lijf gelopen
- is tegen het lijf gelopen
- zijn tegen het lijf gelopen
- zijn tegen het lijf gelopen
- zijn tegen het lijf gelopen
diversen
- loop tegen het lijf!
- loopt tegen het lijf!
- tegen het lijf gelopen
- tegen het lijf lopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze