Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. tenderen naar:


Dutch

Detailed Translations for tenderen naar from Dutch to German

tenderen naar:

tenderen naar verb (tender naar, tendert naar, tenderde naar, tenderden naar, getenderd naar)

  1. tenderen naar (overhellen tot een denkwijze; neigen; overhellen)
  2. tenderen naar (toeneigen; zwemen)

Conjugations for tenderen naar:

o.t.t.
  1. tender naar
  2. tendert naar
  3. tendert naar
  4. tenderen naar
  5. tenderen naar
  6. tenderen naar
o.v.t.
  1. tenderde naar
  2. tenderde naar
  3. tenderde naar
  4. tenderden naar
  5. tenderden naar
  6. tenderden naar
v.t.t.
  1. heb getenderd naar
  2. hebt getenderd naar
  3. heeft getenderd naar
  4. hebben getenderd naar
  5. hebben getenderd naar
  6. hebben getenderd naar
v.v.t.
  1. had getenderd naar
  2. had getenderd naar
  3. had getenderd naar
  4. hadden getenderd naar
  5. hadden getenderd naar
  6. hadden getenderd naar
o.t.t.t.
  1. zal tenderen naar
  2. zult tenderen naar
  3. zal tenderen naar
  4. zullen tenderen naar
  5. zullen tenderen naar
  6. zullen tenderen naar
o.v.t.t.
  1. zou tenderen naar
  2. zou tenderen naar
  3. zou tenderen naar
  4. zouden tenderen naar
  5. zouden tenderen naar
  6. zouden tenderen naar
en verder
  1. ben getenderd naar
  2. bent getenderd naar
  3. is getenderd naar
  4. zijn getenderd naar
  5. zijn getenderd naar
  6. zijn getenderd naar
diversen
  1. tender naar!
  2. tendert naar!
  3. getenderd naar
  4. tenderend naar
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for tenderen naar:

VerbRelated TranslationsOther Translations
zu einer Denkart neigen neigen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar
zuneigen tenderen naar; toeneigen; zwemen

Related Translations for tenderen naar