Dutch
Detailed Translations for toekrijgen from Dutch to German
toekrijgen:
-
toekrijgen
Conjugations for toekrijgen:
o.t.t.
- krijg toe
- krijgt toe
- krijgt toe
- krijgen toe
- krijgen toe
- krijgen toe
o.v.t.
- kreeg toe
- kreeg toe
- kreeg toe
- kregen toe
- kregen toe
- kregen toe
v.t.t.
- heb toegekregen
- hebt toegekregen
- heeft toegekregen
- hebben toegekregen
- hebben toegekregen
- hebben toegekregen
v.v.t.
- had toegekregen
- had toegekregen
- had toegekregen
- hadden toegekregen
- hadden toegekregen
- hadden toegekregen
o.t.t.t.
- zal toekrijgen
- zult toekrijgen
- zal toekrijgen
- zullen toekrijgen
- zullen toekrijgen
- zullen toekrijgen
o.v.t.t.
- zou toekrijgen
- zou toekrijgen
- zou toekrijgen
- zouden toekrijgen
- zouden toekrijgen
- zouden toekrijgen
en verder
- ben toegekregen
- bent toegekregen
- is toegekregen
- zijn toegekregen
- zijn toegekregen
- zijn toegekregen
diversen
- krijg toe!
- krijgt toe!
- toegekregen
- toekrijgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for toekrijgen:
| Verb | Related Translations | Other Translations |
| dazu bekommen | toekrijgen |