Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate tweedracht

Translate tweedracht from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

tweedracht:
- Zwietracht; Zwiespältigkeit; Zwiespalt; Uneinigkeit; Zwieträchte; Zwiedracht
Wiktionary:
- tweedracht → Zwietracht

Dutch

Detailed Translations for tweedracht from Dutch to German

tweedracht:

tweedracht [de ~] noun

de tweedracht (verdeeldheid; disharmonie; scheuring; vete; schisma; conflict; onenigheid; tweespalt; twist; tweestrijd)
die Zwietracht; die Zwiespältigkeit; der Zwiespalt; die Uneinigkeit; die Zwieträchte; die Zwiedracht
- Zwietracht [die ~] noun
- Zwiespältigkeit [die ~] noun
- Zwiespalt [der ~] noun
- Uneinigkeit [die ~] noun
- Zwieträchte [die ~] noun
- Zwiedracht [die ~] noun
de tweedracht (disharmonie)
die Zwietracht
- Zwietracht [die ~] noun
de tweedracht (tweespalt; verdeeldheid; gespletenheid)
die Zwietracht; die Zwiespältigkeit; die Uneinigkeit
- Zwietracht [die ~] noun
- Zwiespältigkeit [die ~] noun
- Uneinigkeit [die ~] noun

Translation Matrix for tweedracht:

Noun	Related Translations	Other Translations
Uneinigkeit	conflict; disharmonie; gespletenheid; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete	botsing; conflict; geschil; kwestie; misnoegen; onbehagen; onenigheid; ongenoegen; onmin; ontevredenheid; onvrede; ruzie; twist
Zwiedracht	conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete
Zwiespalt	conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete	twijfel; twijfeling
Zwiespältigkeit	conflict; disharmonie; gespletenheid; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete	dualisme; dubbelzinnige opmerking; dubbelzinnigheid; onenigheid; onmin; onvrede; tweeheidsleer; uitlating met bijbetekenis
Zwietracht	conflict; disharmonie; gespletenheid; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete	botsing; conflict; geschil; kwestie; onenigheid; ruzie; twist
Zwieträchte	conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete

Wiktionary Translations for tweedracht:

Cross Translation:

From	To	Via
• tweedracht	→ Zwietracht	↔ discord — strife resulting from lack of agreement; dissension