Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. uitdraagster:


Dutch

Detailed Translations for uitdraagster from Dutch to German

uitdraagster:

uitdraagster [znw.] noun

  1. uitdraagster
    der Trödler; der Altwarenhändler; die Altwarenhändlerin

Translation Matrix for uitdraagster:

NounRelated TranslationsOther Translations
Altwarenhändler uitdraagster uitdragers
Altwarenhändlerin uitdraagster
Trödler uitdraagster achterblijver; achtergeblevene; draler; hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; uitdragers; uitvaller