Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. uitspreiding:


Dutch

Detailed Translations for uitspreiding from Dutch to German

uitspreiding:

uitspreiding [znw.] noun

  1. uitspreiding (verbreiding; uitlegging)
    die Verbreitung

Translation Matrix for uitspreiding:

NounRelated TranslationsOther Translations
Verbreitung uitlegging; uitspreiding; verbreiding uitstrooiing; verspreiding