Modifier | Related Translations | Other Translations |
grundlos
|
onbillijk; ongegrond; onrechtvaardig; onredelijk; unfair
|
armzalig; bodemloos; gammel; karig; krakkemikkig; los; mager; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; onvast; pover; rank; schamel; schraal; wankel; wankelbaar; wankelend; zonder basis; zonder grond; zonder reden; zwak
|
unberechtigt
|
onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onterecht; unfair
|
illegaal; incapabel; onbekend met; onkundig; onrechtmatig; onwettig; verboden bij de wet
|
unbillig
|
onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onredelijk; onterecht; unfair
|
|
unehrlich
|
onbillijk; ongegrond; onrechtvaardig; onredelijk; unfair
|
|
unfair
|
onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onsportief; onterecht; unfair
|
|
ungerecht
|
onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onredelijk; onterecht; unfair
|
onverdiend
|
unlauter
|
onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onsportief; onterecht; unfair
|
onkies; onkuis; onrein; onzindelijk
|
unsportlich
|
onsportief; unfair
|
|
unverdient
|
onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onterecht; unfair
|
onverdiend
|