Summary
Dutch to German: more detail...
- vernederen:
-
Wiktionary:
- vernederen → demütigen, erniedrigen
- vernederen → erniedrigen, nachlassen, zurückgehen, demütigen, beschämen, [[an den Pranger stellen]], senken, absenken, herablassen, entwürdigen, diskreditieren, in Misskredit bringen, in Verruf bringen, reduzieren, umbringen, verderben, streichen
Dutch
Detailed Translations for verneder from Dutch to German
vernederen:
-
vernederen (verdeemoedigen)
Conjugations for vernederen:
o.t.t.
- verneder
- vernedert
- vernedert
- vernederen
- vernederen
- vernederen
o.v.t.
- vernederde
- vernederde
- vernederde
- vernederden
- vernederden
- vernederden
v.t.t.
- heb vernederd
- hebt vernederd
- heeft vernederd
- hebben vernederd
- hebben vernederd
- hebben vernederd
v.v.t.
- had vernederd
- had vernederd
- had vernederd
- hadden vernederd
- hadden vernederd
- hadden vernederd
o.t.t.t.
- zal vernederen
- zult vernederen
- zal vernederen
- zullen vernederen
- zullen vernederen
- zullen vernederen
o.v.t.t.
- zou vernederen
- zou vernederen
- zou vernederen
- zouden vernederen
- zouden vernederen
- zouden vernederen
diversen
- verneder!
- vernedert!
- vernederd
- vernederend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vernederen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
demütigen | verdeemoedigen; vernederen | onder gezag brengen; onderwerpen |
erniedrigen | verdeemoedigen; vernederen | achteruitzetten; degraderen; in rang verlagen; terugplaatsen; terugzetten |
Wiktionary Translations for vernederen:
vernederen
Cross Translation:
verb
-
iemand zo behandelen dat hij zich minderwaardig voelt
- vernederen → demütigen; erniedrigen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vernederen | → erniedrigen | ↔ abase — to lower so as to hurt feelings |
• vernederen | → nachlassen; zurückgehen | ↔ abate — to bring down a person physically or mentally |
• vernederen | → demütigen; beschämen | ↔ humiliate — to humiliate |
• vernederen | → [[an den Pranger stellen]] | ↔ pillory — subject someone to humiliation, scorn, ridicule or abuse |
• vernederen | → senken; absenken; herablassen; erniedrigen; entwürdigen; diskreditieren; in Misskredit bringen; in Verruf bringen; reduzieren; umbringen; verderben; streichen; demütigen | ↔ abaisser — Mettre en position plus basse, faire descendre, diminuer la hauteur. |
• vernederen | → demütigen; erniedrigen | ↔ humilier — abaisser en rendant plein d’humilité. |
External Machine Translations: