Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. verontschuldigen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verontschuldigen from Dutch to German

verontschuldigen:

verontschuldigen verb (verontschuldig, verontschuldigt, verontschuldigde, verontschuldigden, verontschuldigd)

  1. verontschuldigen (excuses aanbieden; excuseren)
    entschuldigen
    • entschuldigen verb (entschuldige, entschuldigst, entschuldigt, entschuldigte, entschuldigtet, entschuldigt)

Conjugations for verontschuldigen:

o.t.t.
  1. verontschuldig
  2. verontschuldigt
  3. verontschuldigt
  4. verontschuldigen
  5. verontschuldigen
  6. verontschuldigen
o.v.t.
  1. verontschuldigde
  2. verontschuldigde
  3. verontschuldigde
  4. verontschuldigden
  5. verontschuldigden
  6. verontschuldigden
v.t.t.
  1. heb verontschuldigd
  2. hebt verontschuldigd
  3. heeft verontschuldigd
  4. hebben verontschuldigd
  5. hebben verontschuldigd
  6. hebben verontschuldigd
v.v.t.
  1. had verontschuldigd
  2. had verontschuldigd
  3. had verontschuldigd
  4. hadden verontschuldigd
  5. hadden verontschuldigd
  6. hadden verontschuldigd
o.t.t.t.
  1. zal verontschuldigen
  2. zult verontschuldigen
  3. zal verontschuldigen
  4. zullen verontschuldigen
  5. zullen verontschuldigen
  6. zullen verontschuldigen
o.v.t.t.
  1. zou verontschuldigen
  2. zou verontschuldigen
  3. zou verontschuldigen
  4. zouden verontschuldigen
  5. zouden verontschuldigen
  6. zouden verontschuldigen
diversen
  1. verontschuldig!
  2. verontschuldigt!
  3. verontschuldigd
  4. verontschuldigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verontschuldigen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
entschuldigen excuseren; excuses aanbieden; verontschuldigen excuseren; laten; permitteren; toelaten; verschonen

Wiktionary Translations for verontschuldigen:

verontschuldigen
verb
  1. transitiv: freisprechen von einer Schuld

Cross Translation:
FromToVia
verontschuldigen sich entschuldigen excuse — allow to leave
verontschuldigen entschuldigen; verzeihen excuserdisculper dans une certaine mesure, présenter une personne ou une action comme moins coupable qu’elle ne sembler.