Noun | Related Translations | Other Translations |
Ablehnung
|
verschoning
|
afkeuring; afwijzing; afwimpelen; rejectie; terugwijzing; verdoemenis; verwerping; verworpenheid; weigering
|
Entschuldigung
|
excuus; pardon; reden; verontschuldiging; verschoning
|
excuus; justificatie; rechtvaardiging; smoes; uitvlucht; voorwendsel
|
Erbarmen
|
genade; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
|
barmhartigheid; deernis; genade; mededogen; vergevingsgezindheid
|
Gnade
|
genade; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
|
begenadiging; genade; goedertierenheid; gratie; kwijtschelding; pardon; vergevingsgezindheid
|
Justifikation
|
excuus; pardon; reden; verontschuldiging; verschoning
|
justificatie; rechtvaardiging
|
Rechtfertigung
|
excuus; pardon; reden; verontschuldiging; verschoning
|
|
Saubermachen
|
het verschonen; schone luier; verschoning
|
kuising; opruiming; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; zuivering
|
Vergebung
|
genade; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
|
begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon; vergevingsgezindheid
|
Verzeihung
|
genade; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
|
begenadiging; genade; gratie; justificatie; kwijtschelding; pardon; rechtvaardiging; sorry; vergevingsgezindheid
|
Wechseln
|
het verschonen; verschoning
|
|
saubere Windel
|
schone luier; verschoning
|
|