Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. versierders:
  2. versierder:


Dutch

Detailed Translations for versierders from Dutch to German

versierders:

versierders [de ~] noun, plural

  1. de versierders (rokkenjagers; vrouwenjagers)
    der Schürzenjäger

Translation Matrix for versierders:

NounRelated TranslationsOther Translations
Schürzenjäger rokkenjagers; versierders; vrouwenjagers losbol; rokkenjager; schuinsmarcheerder; schuinsmarcheerders; versierder; vrouwenjager

Related Words for "versierders":


versierders form of versierder:

versierder [de ~ (m)] noun

  1. de versierder
    der Schürzenjäger; der Aufreißer

Translation Matrix for versierder:

NounRelated TranslationsOther Translations
Aufreißer versierder
Schürzenjäger versierder losbol; rokkenjager; rokkenjagers; schuinsmarcheerder; schuinsmarcheerders; versierders; vrouwenjager; vrouwenjagers

Related Words for "versierder":