Dutch
Detailed Translations for verstoken from Dutch to German
verstoken:
-
verstoken
Conjugations for verstoken:
o.t.t.
- verstook
- verstookt
- verstookt
- verstoken
- verstoken
- verstoken
o.v.t.
- verstookte
- verstookte
- verstookte
- verstookten
- verstookten
- verstookten
v.t.t.
- heb verstookt
- hebt verstookt
- heeft verstookt
- hebben verstookt
- hebben verstookt
- hebben verstookt
v.v.t.
- had verstookt
- had verstookt
- had verstookt
- hadden verstookt
- hadden verstookt
- hadden verstookt
o.t.t.t.
- zal verstoken
- zult verstoken
- zal verstoken
- zullen verstoken
- zullen verstoken
- zullen verstoken
o.v.t.t.
- zou verstoken
- zou verstoken
- zou verstoken
- zouden verstoken
- zouden verstoken
- zouden verstoken
diversen
- verstook!
- verstookt!
- verstookt
- verstokend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verstoken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
verbrennen | verstoken | cremeren; opbranden; uitbranden; verassen; verbranden |
verfeuern | verstoken | |
verheizen | verstoken | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
arm | verstoken | arm; armelijk; armetierig; armoedig; behoeftig; berooid; geldeloos; kommerlijk; minvermogend; misdeeld; noodlijdend; onvermogend; pover |
bedürftig | verstoken | misdeeld |