Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. verzachten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verzachten from Dutch to German

verzachten:

verzachten verb (verzacht, verzachtte, verzachtten, verzacht)

  1. verzachten (lenigen; verlichten)
    mildern; lindern
    • mildern verb (mildere, milderst, mildert, milderte, mildertet, gemildert)
    • lindern verb (lindere, linderst, lindert, linderte, lindertet, gelindert)

Conjugations for verzachten:

o.t.t.
  1. verzacht
  2. verzacht
  3. verzacht
  4. verzachten
  5. verzachten
  6. verzachten
o.v.t.
  1. verzachtte
  2. verzachtte
  3. verzachtte
  4. verzachtten
  5. verzachtten
  6. verzachtten
v.t.t.
  1. heb verzacht
  2. hebt verzacht
  3. heeft verzacht
  4. hebben verzacht
  5. hebben verzacht
  6. hebben verzacht
v.v.t.
  1. had verzacht
  2. had verzacht
  3. had verzacht
  4. hadden verzacht
  5. hadden verzacht
  6. hadden verzacht
o.t.t.t.
  1. zal verzachten
  2. zult verzachten
  3. zal verzachten
  4. zullen verzachten
  5. zullen verzachten
  6. zullen verzachten
o.v.t.t.
  1. zou verzachten
  2. zou verzachten
  3. zou verzachten
  4. zouden verzachten
  5. zouden verzachten
  6. zouden verzachten
diversen
  1. verzacht!
  2. verzacht!
  3. verzacht
  4. verzachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verzachten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
lindern lenigen; verlichten; vervriendelijken; verzachten kalmeren; vermurwen
mildern lenigen; verlichten; vervriendelijken; verzachten
ModifierRelated TranslationsOther Translations
lindern verzachtend
mildern verzachtend

Wiktionary Translations for verzachten:

verzachten
verb
  1. minder erg maken

Cross Translation:
FromToVia
verzachten lindern; mildern alleviate — make less severe
verzachten mildern mitigate — to reduce, lessen, or decrease
verzachten erleichtern soulagerdélivrer, débarrasser d’une partie de quelque fardeau.