Dutch

Detailed Translations for welen from Dutch to German

wel:

wel adv

  1. wel (welnu)
    nun; ja
  2. wel (jawel)
    jawohl; ja

wel [de ~] noun

  1. de wel (waterput; bron; put)
    der Brunnen; die Zisterne

Translation Matrix for wel:

NounRelated TranslationsOther Translations
Brunnen bron; put; waterput; wel bron; bronwater; fonteinen; mineraalwater; waterbron; welwater
Zisterne bron; put; waterput; wel
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- betrekkelijk; redelijk; tamelijk
AdverbRelated TranslationsOther Translations
- nogal
OtherRelated TranslationsOther Translations
ja inderdaad; ja
ModifierRelated TranslationsOther Translations
ja jawel; wel; welnu ja; naar; zoals
jawohl jawel; wel
nun wel; welnu momenteel; nu; op het moment; thans

Related Words for "wel":


Synonyms for "wel":


Antonyms for "wel":


Related Definitions for "wel":

  1. behoorlijk, maar niet uitzonderlijk1
    • het was wel leuk op dat feestje1
  2. bevestigen dat het zo is1
    • Jan gaat niet mee, Piet wel1
  3. gezond, in orde1
    • ze voelt zich niet wel1

Wiktionary Translations for wel:

wel
adverb
  1. een ontkenning ontkennend
  2. een ontkenning bevestigend
  3. een toegeving makend.
  4. benadrukkend, verbazing uitdrukkend
  5. wel degelijk
wel
adverb
  1. Gegensätzliches einräumend (zwar - aber)
  2. genauere Beschreibung (und zwar)

Cross Translation:
FromToVia
wel Quelle spring — water source
wel Quelle well — spring
wel doch yes — word used to indicate disagreement or dissent in reply to a negative statement
wel insofern; wofern; ja; allerdings; freilich; immerhin; wohl; zwar si — Conjonction qui introduit une condition (suivie d’une conséquence) ou une supposition qui peut être supprimée en utilisant un conditionnel. Dans le cas où, à condition que, supposer que.
wel Born; Quelle source — Endroit d’où sort l’eau